This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
leerdoelen
3.4 instructie
Quiz
vragen
afsluiten + afspraak
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van deze les heb je geleerd....
herhaling 3.1 t/m 3.3
Wanneer je werkloos bent
Dat je bij ontslag meestal met een opzegtermijn te maken hebt
Wat het UWV voor je doet als je werkloos wordt
Wat voor gevolgen technologische ontwikkelingen kunnen hebben
Wanneer een lijndiagram gebruikt wordt.
Slide 3 - Slide
Afspraken maken
Wat hadden jullie afgesproken met mevrouw van Es?
- Praktische opdracht?
Slide 4 - Slide
Werkloos
Als je graag wilt werken, maar er is geen werk voor je, dan ben je werkloos.
Je wordt meegeteld als werkloze als je:
tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd bent,
geen baan hebt,
en actief op zoek naar werk bent.
Slide 5 - Slide
Ontslag en opzegtermijn
Met ontslag wordt je arbeidsovereenkomst beëindigd. Je kunt ontslag krijgen. Maar je kunt ook zelf ontslag nemen.
Bij ontslag heb je meestal te maken met een opzegtermijn. Er moet tijd zitten tussen het moment dat je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van de baan.
Slide 6 - Slide
UWV
Als je werkloos bent, krijg je vaak te maken met het UWV . Je moet je dan inschrijven bij het UWV.
De taken van het UWV zijn:
bekijken of je recht hebt op een werkloosheidsuitkering
helpen bij het vinden van een nieuwe baan.
Slide 7 - Slide
Technologische ontwikkelingen
Er komen steeds weer nieuwe producten. Bedrijven veranderen telkens weer de manier van produceren.
Technologische ontwikkelingen: nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen.
Het werk kan hierdoor veranderen, omdat bijvoorbeeld robots het werk overnemen.
Of er komen nieuwe beroepen
Slide 8 - Slide
Op internet vindt je een vacature voor vakkenvullers bij de supermarkt in jouw buurt.
Omdat je graag wat wilt bijverdienen, besluit je te ... Kies het juiste economische begrip!
A
solliciteren
B
reageren
C
bellen
Slide 9 - Quiz
Een opleiding of cursus volgen waarin je leert voor een baan.
Welk begrip past bij de volgende omschrijving?
A
Arbeidsverdeling
B
Fulltimebaan
C
Scholing
D
vacature
Slide 10 - Quiz
Lisa is mentor op een middelbare school.
Is zij een werknemer of werkgever? Leg je antwoord uit.
Slide 11 - Open question
Waarvoor geeft de Arbeidstijdenwet regels?
Kies het juiste antwoord
A
Voor de collectieve arbeidsvoorwaarden
B
Voor het minimumloon
C
Voor veilige en gezonde arbeidomstandigheden
D
Voor werk- en rusttijden
Slide 12 - Quiz
Guus werkt Fulltime in de supermarkt. Ilse staat deeltijd voor de klas.
Leg het verschil uit tussen het begrip fulltime- en deeltijdbaan.
Slide 13 - Open question
Chris heeft een nieuwe contract getekend op zijn werk. Op zijn nieuwe contract staat geen einddatum. Kies het juiste economische begrip.
A
Vaste baan
B
Tijdelijke baan
Slide 14 - Quiz
Waarom is er een minimum loon ingesteld?
Leg je antwoord uit!
Slide 15 - Open question
Weektaak
- Huiswerk opdracht 42 t/m 48
Volgende les:
- herhaling 3.1 tm/m 3.4 + rekenen
- maken 49 t/m 56 + rekenopdrachten
- In groepjes werken aan de opdrachten (break-out rooms)