Bas 11.1 Enzymen

11.1 Enzymen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

11.1 Enzymen

Slide 1 - Slide

Planning
Uitleg (10 min)
Aantekening 
Opdrachten 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt de werking van enzymen beschrijven
  2. Je kunt beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij de voedselbederf
  3. Je kunt manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd

Slide 3 - Slide

Introductie/voorkennis
Om voedingsstoffen op te nemen uit voedingsmiddelen, moeten ze worden afgebroken. 
Enzymen helpen bij het afbraakproces. 
Ook voedselbederf ontstaat door enzymen.

Slide 4 - Slide

Stofwisseling
In alle cellen van organismen vindt stofwisseling (scheikundige reacties) plaats. Dit betekent dat in de cel stoffen worden omgezet naar andere stoffen

bv: fotosynthese en verbranding

Door: eiwitten, die we enzymen noemen.

Slide 5 - Slide

Knippen
Plakken

Slide 6 - Slide

Enzym werking
specifiek 

dus één cel: vele enzymen

Slide 7 - Slide

Enzymactiviteit
De snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt = de enzymactiviteit.

Enzymactiviteit is afhankelijk van:
- temperatuur
- zuurtegraad 

Slide 8 - Slide

Optimumkromme 
temperatuur-enzymactiviteit

Slide 9 - Slide

Voedselbederf
Om te voorkomen dat bacteriën en 
schimmels (reducenten) op voedsel groeien 
kan je het conserveren.

Conserveren = langer houdbaar maken

Slide 10 - Slide

Voedsel conserveren door:
Manieren om te conserveren:
  1. Invriezen / Koelkast
  2. Pasteuriseren
  3. Steriliseren
  4. Drogen
  5. luchtdicht verpakken
  6. of conserveringsmiddelen toevoegen

Slide 11 - Slide

Conserverings-middelen
  • Suiker (zoet)
  • zout (haring)
  • zuur 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Kortom
Wat doen enzymen? 
Wat betekent een optimumkromme?
Welke manieren van conserveren kennen we?

Slide 14 - Slide

Aantekening
Conserveren: Voedsel langer houdbaar maken. BV: koel bewaren, pasteuriseren, steriliseren, drogen en luchtdicht verpakken.
enzym: Eiwit dat reacties versnelt zonder zelf te worden verbruikt.
enzymactiviteit: Snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt.
optimumkromme: Diagram van de enzymactiviteit met een minimum, een optimum en een maximum.


Slide 15 - Slide

Opdrachten/huiswerk:
11.1 Lees in je boek bladzijde 10 t/m 13
Maak online opdracht 1, 2, 3 en 5 t/m 7

Slide 16 - Slide