AH1 - All Right Unit 3.4 - Present continuous

3.4 Present continuous
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3.4 Present continuous

Slide 1 - Slide

Present Continuous - Duurvorm

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les kan je
  • De vorm van de 'Present Continuous' herkennen en gebruiken.
  • Weten wanneer je de 'Present Continuous' moet gebruiken.

Slide 3 - Slide

Welke drie tegenwoordige tijd vormen van 'to be' ken je?

Slide 4 - Open question

Wanneer gebruik je de 'Present Continuous'?
  • De vorm gebruik je als iets aan de bezig is op het moment dat je erover praat of schrijft.
  • Iets gebeurt dus op dit moment.

Slide 5 - Slide

Hoe ziet de vorm eruit?
am / are / is + werkwoord + ing

He is working at the moment.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
I am screaming at my computer right now.

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Timmy is sitting on a warm toilet seat.

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
The cats are pushing all the buttons in the elevator.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Let op!
Als het werkwoord eindigt op een -e, dan laat je deze weg als je -ing toevoegt.

to dance - I'm dancing

Slide 11 - Slide

Let op!
Als het werkwoord eindigt op een -ie, dan maak je daar -y van, waar je dan weer -ing aan toevoegt.

to die - I'm dying

Slide 12 - Slide

Let op!
Als het werkwoord één lettergreep heeft en eindigt op een -l OF klinker + medeklinker verdubbel je de laatste medeklinker.

to travel  - travelling

to hit        - hitting
to run       - running

Slide 13 - Slide

We ... the dishes right now

A
are doing
B
is doing
C
do
D
doing

Slide 14 - Quiz

Look! They ... him his present
A
give
B
is giving
C
are giving
D
were giving

Slide 15 - Quiz

I ... a book for school right now
A
read
B
am reading
C
was reading
D
is reading

Slide 16 - Quiz

She ... her bag all by herself as we speak
A
is carrying
B
am carrying
C
was carrying
D
carries

Slide 17 - Quiz

He ... in the Alps this weekend
A
is skying
B
are skiing
C
am skiing
D
is skiing

Slide 18 - Quiz

You're the reason why I .... in the mirror,
.... in the shower.
present continuous-1

Slide 19 - Open question

Listen and fill in the gaps: The clock ... ... so stay.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-6

Slide 20 - Open question

So comfortable we ... ...
in a bubble, bubble.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-7

Slide 21 - Open question

Choose the Present Continuous:
Look! The birds ___ away!
A
fly
B
flying
C
are fly
D
are flying

Slide 22 - Quiz

Choose the Present Continuous:
We ___ English class right now.
A
have
B
are having
C
are have
D
are haveing

Slide 23 - Quiz

Choose the Present Continuous:
Why ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave

Slide 24 - Quiz

Samenvatting
  • Je gebruikt de Present Continuous als iets nu gebeurt.

  • Dit is de vorm: am / are / is + ww + ing

  • Werkwoord eindigt op -e? Weg ermee!

  • Eén lettergreep, eindigt op klinker + medeklinker? = extra medeklinker!

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

1 =
2=
3 =
4=
5=
6=
7=
8=
10=
9=
Luister en schrijf op een blad papier wat voor spellen zij aan het doen zijn.

Slide 28 - Slide