3.7.1 grammatica; pv en wg

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk check
Zijn er nog vragen bij bepaalde opdrachten. 


timer
3:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 
In deze paragraaf leer je:

hoe je het werkwoordelijk gezegde vindt;
hoe je het onderwerp vindt;
hoe je het lijdend voorwerp vindt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis 
opdracht 1 maken en bespreken

Iedereen maakt alle opdrachten van grammatica 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Tekens 
Bij het ontleden gebruiken wij de volgende tekens. 
(Houd ook altijd deze volgorde aan!!)
1. Persoonsvorm                                    (PV)
2. Werkwoordelijk gezegde             {WG}
3. Onderwerp                                            (O)
4. Lijdend voorwerp                               LV
5. Meewerkend voorwerp                  MV
                                                                        ===
6. Bijwoordelijke bepaling                 BWB
                                                                       V.    V
Vandaag gaan we oefenen met het benoemen van PV en WG

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

werkwoordelijk gezegde {wg}
leertekst blz. 179 lezen en evt. filmpje bekijken  

Opdracht 4 samen maken

 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 5
Eerst bespreken daarna in tweetallen twee van de opdrachten maken en opschrijven.  

rij 1 maakt a en b
rij 2 maakt c en d
rij 3 maakt e en f

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Benoem in de onderstaande zinnen eerst de PV, daarna het WG. 

1. Op zondag probeer ik ondanks de herrie mijn huiswerk te maken.
2. Uit verveling spelen mijn broer en zus dan allerlei YouTube-filmpjes af.
3. Rino lijnt zijn hond aan.
4. Mijn broertje is met zijn autootjes aan het spelen. 
5. We hadden de televisie uit moeten zetten.


Slide 9 - Slide

1. PV = probeer
   WG = probeer te maken
2. PV = spelen
    WG = spelen af
3. PV = lijnt
    WG = lijnt aan
4. PV = is
     WG = is aan het spelen
5. PV = hadden
    WG = hadden uit moeten zetten
Afsluiting
Opdracht 7

Slide 10 - Slide

This item has no instructions