Les 20

Les 20
Frans 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 20
Frans 

Slide 1 - Slide

Programme
  • Lesdoelen
  • Presentie
  • Frans Feitje
  • Herhalen 
      - Grammaire D
  • Phrases Clés G
  • Paragraphe E
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Devoirs

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na de les...
...kun je iets kopen bij een parfumerie, een Game Mania of een groentewinkel. 

...kun je een filmfragment in grote lijnen begrijpen. 

Slide 3 - Slide

Presentie

Slide 4 - Slide

- Frans feitje -
Wist je dat...

De Eiffeltoren 540 stokbroden hoog is! Dat is dus hetzelfde als 324 meter. Dat zijn heel wat stokbroden dus. Die krijg je echt niet zo snel op, als je onderweg naar boven bent ;)



Slide 5 - Slide

Herhalen
Het regelmatig werkwoord op -er.

Wat is een kenmerk van een regelmatig werkwoord?
  • Het wordt vervoegd volgens een regel. 
Welk voorbeeld kun je noemen van een regelmatig werkwoord op -er?
  • parler, regarder, danser, chanter, etc.

Weet je het stappenplan nog?


Slide 6 - Slide

Stappenplan
Deze regelmatige werkwoorden vervoeg je dus als volgt:

Stap 1: haal -er eraf.        aimer > aim...
Stap 2: Zet nu achter de stam, de juiste uitgang.
                J'aim     -        (j'aime)
             Tu aim    -es        (tu aimes)
  Il/elle/on aim    -e         (il aime, elle aime, on aime)
        Nous aim    -ons     (nous aimons)
        Vous aim     -ez       (vous aimez)
    Ils/elles aim     -ent     (ils aiment, elles aiment)

Slide 7 - Slide

Even oefenen


Maak opdracht 18a in je werkboek ter herhaling.
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Phrases Clés G 'Acheter quelque chose.' (Tâche deel II)
Jullie gaan in de Phrases Clés G leren hoe je iets kunt kopen in het Frans. De volgende winkels kun je proberen:
       La parfumerie                Le FNAC                       L'épicierie  





Kies een plaatje uit, koop de 3 producten op het plaatje, gebruik de cijfers voor de bedragen en de Phrases Clés G om je gesprek structuur te geven. Wissel van rol.

Slide 9 - Slide

Paragraphe E
Jullie gaan nu kijken naar de tweede aflevering van 'jeunes détectives'. 

Maak tijdens het luisteren ex. 20a 1 en 2

We luisteren nog een keer. Maak nu ex. 20b.

Slide 10 - Slide

Au travail!
Maak de volgende opdrachten:
- ex. 21
- ex. 22
- ex 30a et b (schrijf deze uit in je schrift)

Klaar?
Oefen de voca E van hoofdstuk 2

timer
15:00

Slide 11 - Slide

Afsluiting
Als ik wil vragen waar ik een bepaalde winkel kan vinden, gebruik ik de volgende zin:

Als ik wil vragen hoe duur iets is, vraag ik dat als volgt:

Aflevering 2 van de serie kan ik samenvatten in de volgende zin:

Slide 12 - Slide

Devoirs
Apprendre voca E

Faire:
- ex. 21
- ex. 22


Slide 13 - Slide