This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Welkom
economen!
Slide 1 - Slide
Planning
Nakijken procentsommen
Afspraken rondom economie
Leerdoelen
Instructie par 1.1
Verwerking
Slide 2 - Slide
Afspraken
Schrijf altijd je berekeningen op!
Denk aan €/% etc.
Antwoord in hele zinnen.
Rond je antwoorden goed af! Personen gehele getallen, geld op twee decimalen, alle andere getallen op één decimaal TENZIJ anders vermeld!
Meerkeuze vragen beantwoord je met een hoofdletter.
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Weten welke verschillende inkomens er zijn.
Weten wat koopgedrag is en hoe deze wordt beïnvloedt.
De marketingmix (6 P's) kennen en kunnen toepassen.
Weten wat een doelgroep is en hoe je deze bepaalt.
Weten welke gevolgen jouw koopgedrag heeft voor anderen en het milieu.
Slide 4 - Slide
3 soorten %-sommen
1. % (percentage) is bekend: -> getal:100 x percentage 2. Twee waardes vergelijken en uitdrukken in % (percentage): -> Deel : geheel x 100 =
3. Toename of afname in procenten uitdrukken:
-> (nieuw – oud) : oud x 100
Slide 5 - Slide
(nieuw -oud) : oud x 100 = ......
Het jaarsalaris van profvoetballer is € 285.000, van docenten € 50.000.
Hoeveel procent verdienen profvoetballers per jaar gemiddeld meer dan docenten?
(285.000 – 50.000) : 50.000 x 100 = 470%
Woorden procent, hoger of lager, meer of minder, toegenomen of afgenomen of jaartallen in de vraag, deze formule gebruiken. Wat er achter het woord dan staat in de vraag is oud.
Slide 6 - Slide
Etienne en Elsa gebruiken 21% van hun inkomen voor de huur van hun huis. Hun gezamenlijke inkomen is €2950,-. Hoeveel € is hun huur? Schrijf de berekening op.
Slide 7 - Open question
Anne krijgt €55,-- zakgeld per maand. Haar telefoonabonnement is €11,50. Hoeveel % van haar zakgeld besteed ze aan haar telefoonabonnement? Rond af op 1 decimaal en schrijf je berekening op.
Slide 8 - Open question
In 2018 bezochten 1.200.000 mensen dierentuin Blijdorp. In 2019 waren dit er 1.300.000. Hoeveel % meer bezoekers waren er in Blijdorp? Schrijf je berekening op. Rond af op 1 decimaal.
Slide 9 - Open question
Hoofdstuk 1
Inkomen en welvaart
1.1 Wat heb je te besteden?
1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde
1.3 Wil je welvaart of welzijn?
1.4 Help, de prijzen stijgen!
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Waar gaat het filmpje over?
Slide 12 - Slide
Hoe ontstaan inkomensverschillen?
Slide 13 - Slide
Welke drie inkomensvormen waren er?
Inkomen uit arbeid - salaris of winst
Inkomen uit bezit - rente, dividend, huuropbrengst of pacht
Overdrachtsinkomen - WW-uitkering, Bijstandsuitkering, kinderbijslagen of zorgtoeslag
Slide 14 - Slide
Primaire en secundaire inkomens
Primaire inkomens:
Inkomen uit arbeid (salaris, winst)
Inkomen uit bezit (rente, huuropbrengst, pacht)
Secundaire inkomens:
Overdrachtsinkomen
Slide 15 - Slide
Koopgedrag
Wat bedoelen we met koopgedrag?
Welke dingen kunnen er voor zorgen dat je koopgedrag anders wordt?
Slide 16 - Slide
De 6 p's
Marketing-instumenten
Slide 17 - Slide
De 6 p's
Marketing-instumenten
Slide 18 - Slide
Doelgroep
Slide 19 - Slide
Doelgroep
Groep mensen aan wie je je product wilt verkopen
(bijvoorbeeld jongeren, studenten, ouders met kinderen, 65+'ers, etc.)
Waarom zijn jongeren een interessante doelgroep?
Hebben relatief veel geld vrij te besteden
Hebben invloed op de aankopen bij hen thuis
Eens een klant, altijd een klant
Zijn makkelijk te overtuigen
Slide 20 - Slide
Maak op blz. 28 opdr. 1 t/m 5
Wat vond jij van de lesstof?
<- lastig
of
makkelijk ->
Maak op blz. 30 opdr. 1 t/m 5
Aan het werk!!
Iedereen: Maak vanaf blz. 10 opdracht 2 t/m 7 + 9 en 12