6. Stunde: Wiederholung Possessivpronomen und Verben mit d/t

Hallo :)
1 / 31
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hallo :)

Slide 1 - Slide

What to learn
  • Reading (Kapitel 6)
  • Wörterlisten, S. 38/39
  • Plauderecke C, S. 40
  • Grammar
    bezittelijke voornaamwoorden , S. 144 (Book A)
    werkwoorden mit d/t, S. 144 (Book A)
    persoonlijke voornaamwoorden, S. 42 (Book B)
  • Schreibecke E: S. 41

Slide 2 - Slide

S. 20/21

Slide 3 - Slide

Kapitel 4: Auf die Plätze, fertig, LOS!
Agenda:
Possessivpronomen 
(possessive pronouns/
bezittelijke voornaamwoorden)

Slide 4 - Slide

1. Wiederholung

Personalpronomen

Slide 5 - Slide

Read the list of personal pronouns.

Lies die Liste mit den deutschen Pronomen durch.
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
ik
jij
hij / zij / het
wij
jullie
zij / u

timer
0:20

Slide 6 - Slide

ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 7 - Drag question

2. Wiederholung

ein/kein
eine/keine

Slide 8 - Slide

Was war das nochmal?
ein/kein - eine/keine

Slide 9 - Open question

S. 90

Slide 10 - Slide

Was hat das miteinander zu tun?

How is this connected?

Slide 11 - Slide

Possessivpronomen
Bezittelijke voornaamwoorden
(Possessive pronouns)

Slide 12 - Slide

          Possessive pronoun

  • the answer lies in the name: with a possessive pronoun you show who possesses/owns something
  • with a possessive pronoun you can express if something is yours or from somebody else.
     Bezittelijk voornaamwoord

  • de naam zegt het al: een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan.
  • met een bezittelijk voornaamwoord kan je aangeven of iets van jou is of van iemand anders.

Slide 13 - Slide

Personal pronouns
possessive pronouns
bezittelijke voornaamwoorden
ich
mein-
mijn
du
dein-
jouw
er
sein-
zijn
sie
ihr-
haar
es
sein-
zijn
wir
unser-
ons, onze
ihr
eur-
jullie
sie/Sie
ihr/Ihr-
hun/uw

Slide 14 - Slide

S. 118

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

... Banane (v) ist gelb und krumm.
A
Eine
B
Kein

Slide 17 - Quiz

Das ist .... Kuchen(m)!
A
mein
B
meine

Slide 18 - Quiz

Wir bekommen heute ... Frühstück (o).
A
keine
B
kein

Slide 19 - Quiz

... Tomaten (mv) sind ganz frisch.
A
Sein
B
Seine

Slide 20 - Quiz

Ich bekomme von meiner Oma ... Süßigkeiten(mv).
A
eine
B
keine

Slide 21 - Quiz

... Eis (o) hat sehr gut geschmeckt.
A
Mein
B
Meine

Slide 22 - Quiz

... Fisch (m) schwimmt im Wasser
A
Sein
B
Seine

Slide 23 - Quiz

QUIZ Ende

Slide 24 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 25 - Slide

https://create.kahoot.it/my-library/courses#course=026dba3a-13ab-4246-9ed7-e2050632599d

Slide 26 - Slide

Grammatik
werkwoorden in de tegenwordige tijd

Slide 27 - Slide

Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man

wir 
ihr
sie/Sie
spiel
spiel
spiel

spiel
spiel
spiel
-e
-st
-t
-en
-en
-t

Slide 28 - Drag question

NEU NEU NEU

Slide 29 - Slide

S. 124

Slide 30 - Slide

https://create.kahoot.it/details/2fa88b56-af36-4dee-8278-45da859bbf02

Slide 31 - Slide