le 20 février

Le 20 février
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 6 min

Items in this lesson

Le 20 février

Slide 1 - Slide

programme du 20 février
- poll: tes vacances
- les articles
- les adjectifs
- les verbes: ex. 2f
- écrire

Slide 2 - Slide

Stof 2e SO 
- voc C, D, E (F-N)
- delend lidwoord + uitzonderingen (DE HOBbit-regel, algemening-regel)
- Adjectifs (vorm & plaats)
- De onregelmatige werkwoorden: venir, dire, savoir, voir, lire, devoir

Slide 3 - Slide

les articles (les règles)
a. Standaard (als je geen lidwoord in het NL hebt:
mannelijk/vrouwelijk/voor klinker & meervoud
b. Uitzondering 1: DE HOBbit-regel. Wanneer geldt deze regel (noem de drie situaties). Alle vormen van a. vernaderen dan in ...
c. de algemening-regel. Wanneer geldt deze regel en wat voor lidwoorden gebruik je in dit geval?

timer
4:00

Slide 4 - Slide

programme du 19 février
- Taaldorp ? Vacances ? 
- corriger 15, 16  
- écouter 5
- commencer 16de, 17


Slide 5 - Slide

Les adjectifs
1. Une (groot)...............................piscine................................
3. Le (oud)...............................train................................
4. Un (mooi)...............................fille................................
5. Un (groot)...............................cadeau................................
6. Des (gele)...............................chaussures................................
7. Une (aardig)...............................fille................................
8. Des (goede)...............................vacances................................

Slide 6 - Slide

Beschrijf jezelf of je beste vriend(in):
Je geeft een zo uitgebreid mogelijke beschrijving van jezelf of een vriend(in). Geebruik minimaal 100 woorden. Je kan bijvoorbeeld de volgende punten behandelen:
- Groot/klein.
- Kleur haar/ogen.
- Lang haar, kort haar, krullen, stijl.
- Welke kleding draag(t) je/hij/zij op dit moment ?
- Welke kledingstijl heb je/heeft hij/zij?
- Is uiterlijk/ kleding belangrijk voor je/hem/haar; besteed(t) je/hij/zij er veel tijd aan?
- Je mag ook juist je/zijn/haar karakter beschrijven (hoe zien je vrienden je?).
 
Let op de plaats en vorm van de bijvoeglijke naamwoorden (grammaire 11-12)

Slide 7 - Slide

Devoirs
mercerdi:  SO

Vendredi:
- finis 2f
- écrire (maak opdracht uit de les af):
- répète voc B

Slide 8 - Slide

corriger ensemble : 15d, 16c 

Slide 9 - Slide

load je foto van de creatieve opdracht met de "phrase bizarre" hier op

Slide 10 - Open question

apprends 5 min
- les verbes 100%
   après:
- les mots de Chaperon Rouge pour 100%
  après:
- une list de Quizlet > Magister studiewijzer

timer
5:00

Slide 11 - Slide

Chaperon Rouge

Slide 12 - Slide

Devoirs 1GY2
Deze en volgende les:

- apprends ton rôle de Chaperon Rouge pour 100%

Slide 13 - Slide