HV1B 7-1-2021

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoe was de kerstvakantie?

Online lessen

• Microfoon uit en webcam aan
• Les bestaat uit uitleg (voor iedereen), verlengde instructie (voor een deel) en zelfstandig werken
• Werk via het digitale lesmateriaal van Magister

       Ervaar je problemen? Neem contact op met BEL

       Werk je liever in het werkboek? Overleg met BEL

Bevolking en cultuur

Oriëntatie

• Terugblik vorige les
• Leerdoelen

       - je weet waar in de wereld dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden zijn

       - je weet waarom in arme landen het aantal geboorten zo hoog is en de               gemiddelde levensverwachting zo laag

       - je kunt de bevolkingsdichtheid van een land uitrekenen

Lesplanning

• Uitleg §2.1 (15 min)
  

       - Bevolkingsdichtheid

       - Bevolkingsspreiding

       - Bevolkingsgroei

• Maken §2.1 (20 min)
  

       Opdracht 1 t/m 5

Uitleg §2.1

Hoe zijn de mensen over de wereld verdeeld?

1. gelijk
2. ongelijk

Waar is de bevolkingsdichtheid hoog?

1. in de bergen
2. in koude gebieden
3. in vlakke gebieden
4. in de woestijn

Waarom zijn bepaalde gebieden dichtbevolkt en andere dunbevolkt?

Een land heeft 20.000 inwoners en een oppervlakte van 40 vierkante km.
Wat is de bevolkingsdichtheid?

1. 500
2. 10
3. 200
4. 5000

Weet je hoe de bevolkingsspreiding in een gebied is als je de bevolkingsdichtheid weet?

1. ja
2. nee

Hoeveel mensen wonen
er op de wereld?

https:

Waarom hebben mensen
in arme landen veel kinderen?

Hoe komt het dat mensen gemiddeld steeds ouder worden?

In welk land is worden de meeste kinderen geboren per 1.000 inwoners?

1. Canada
2. Nigeria
3. Oostenrijk
4. Zuid-Korea

In welk land is de levensverwachting het hoogste?

1. Brazilië
2. China
3. Egypte
4. Verenigde Staten

Heb je behoefte aan verlengde instructie over §2.1?

1. ja
2. nee

Afsluiting

Huiswerk voor 11-1

• Lezen §2.1

• Maken §2.1: opdracht 1 t/m 5
  

Wat heb je vandaag
geleerd?

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor §2.1?

1. ik ken de stof goed
2. ik ken de stof redelijk
3. ik vind de stof lastig
4. ik heb meer uitleg of oefening nodig

Hoe vond je deze les?
Heb je nog tops/tips voor mij?