This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Biologie
Hoofdstuk 1
Gedrag
Paragraaf 1.1
Paragraaf 1.3
Slide 1 - Slide
Leerdoelen 1.3
Slide 2 - Slide
Conflictgedrag
Conflictgedrag = gedragingen uit twee verschillende gedragssystemen
Ambivalent: beide gedragssystemen even sterk
Oversprong: oplossing door 'oversprong' naar ander gedragssyteem
Omgericht: oplossing door agressie op iets ander te richten
Slide 3 - Slide
Conflictgedrag
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Klassieke conditionering
Slide 7 - Slide
Operante conditionering
Slide 8 - Slide
Jan bestudeert zeehonden. Hij spot een zeehond die snel met open bek op een andere zeehond afzwemt. Op het laatste moment schiet de zeehond naar rechts en duwt met zijn snuit tegen een stuk hout. Dit is een voorbeeld van:
A
ambivalent gedrag
B
omgericht gedrag
C
overspronggedrag
D
territoriumgedrag
Slide 9 - Quiz
Als een kat tijdens een gevecht in ene zijn poten gaat likken noemen wij dit gedrag:
A
conflictgedrag
B
ambivalent gedrag
C
territoriumgedrag
D
overspronggedrag
Slide 10 - Quiz
Je bent met de hond aan het spelen, gooit de bal weg maar de hond mist hem en de bal valt in de vijver. De hond begint te piepen en rent heen en weer langs de rand van de vijver, komt dan weer terug bij jou en gaat dan weer terug naar de vijver. Van wat voor een gedrag is hier sprake?
A
conflictgedrag
B
ambivalent gedrag
C
territoriumgedrag
D
overspronggedrag
Slide 11 - Quiz
Wat is het verschil tussen operant conditioneren en klassiek conditioneren?
A
operant werkt met beloning en straf, en klassiek werkt met reflexen
B
operant is bewust en klassiek is onbewust
C
operant komt in de natuur niet voor en klassiek wel
D
operant werkt snel en klassiek werkt langzaam
Slide 12 - Quiz
Malika is gebeten door een grote herdershond. Nu is ze zelfs bang voor puppy's. Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
conflictgedrag
D
ambivalent gedrag
Slide 13 - Quiz
In het dolfinarium leren dolfijnen door een hoepel te springen. Doen ze het goed, dan krijgen ze een vis. Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
conflictgedrag
D
ambivalent gedrag
Slide 14 - Quiz
Een rat kan geleerd worden in een koude ruimte op een pedaaltje te drukken om een warmtelamp enkele seconden te laten branden. Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
conflictgedrag
D
ambivalent gedrag
Slide 15 - Quiz
Een cavia maakt geluid wanneer hij eten krijgt. Het eten staat in een kastje dat piepend open gaat. Na een tijdje maakt de cavia geluid wanneer het kastje piept. Dit is een voorbeeld van: