Havo 4 Nectar 1.3

Biologie
Hoofdstuk 1
Gedrag
Paragraaf 1.1
Paragraaf 1.3
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Biologie
Hoofdstuk 1
Gedrag
Paragraaf 1.1
Paragraaf 1.3

Slide 1 - Slide

Een uitwendige prikkel is een prikkel die in het lichaam ontstaat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Gedrag wordt beïnvloed door prikkels.
Wat is een prikkel?
A
een verandering waarop je kunt reageren
B
alles wat een mens doet
C
een handeling
D
een verandering van gedrag

Slide 3 - Quiz

Wanneer een kip liever op een groot kalkei gaat zitten en haar eigen eieren koud laat worden, is het grote kalkei een...
A
sleutelprikkel
B
supernormale prikkel
C
motivatieprikkel
D
inwendige prikkel

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen 1.2

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 1.3

Slide 6 - Slide

Conflictgedrag
Conflictgedrag = gedragingen uit twee verschillende gedragssystemen

Ambivalent: beide gedragssystemen even sterk
Oversprong: oplossing door 'oversprong' naar ander gedragssyteem
Omgericht: oplossing door agressie op iets ander te richten



Slide 7 - Slide

Conflictgedrag

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Klassieke conditionering

Slide 11 - Slide

Operante conditionering

Slide 12 - Slide

Jan bestudeert zeehonden. Hij spot een zeehond die snel met open bek op een andere zeehond afzwemt. Op het laatste moment schiet de zeehond naar rechts en duwt met zijn snuit tegen een stuk hout.
Dit is een voorbeeld van:
A
ambivalent gedrag
B
omgericht gedrag
C
overspronggedrag
D
territoriumgedrag

Slide 13 - Quiz

Als een kat tijdens een gevecht in ene zijn poten gaat likken noemen wij dit gedrag:
A
omgericht gedrag
B
ambivalent gedrag
C
territoriumgedrag
D
overspronggedrag

Slide 14 - Quiz

Je bent met de hond aan het spelen, gooit de bal weg maar de hond mist hem en de bal valt in de vijver. De hond begint te piepen en rent heen en weer langs de rand van de vijver, komt dan weer terug bij jou en gaat dan weer terug naar de vijver. Van wat voor een gedrag is hier sprake?
A
omgericht gedrag
B
ambivalent gedrag
C
territoriumgedrag
D
overspronggedrag

Slide 15 - Quiz

Wat is het verschil tussen operant conditioneren en klassiek conditioneren?
A
operant werkt met beloning en straf, en klassiek werkt met reflexen
B
operant is bewust en klassiek is onbewust
C
operant komt in de natuur niet voor en klassiek wel
D
operant werkt snel en klassiek werkt langzaam

Slide 16 - Quiz

Malika is gebeten door een grote herdershond. Nu is ze zelfs bang voor puppy's.
Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
conflictgedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 17 - Quiz

In het dolfinarium leren dolfijnen door een hoepel te springen. Doen ze het goed, dan krijgen ze een vis.
Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
conflictgedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 18 - Quiz

Een rat kan geleerd worden in een koude ruimte op
een pedaaltje te drukken om een warmtelamp
enkele seconden te laten branden.
Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
conflictgedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 19 - Quiz

Een cavia maakt geluid wanneer hij eten krijgt. Het eten staat in een kastje dat piepend open gaat. Na een tijdje maakt de cavia geluid wanneer het kastje piept.
Dit is een voorbeeld van:
A
klassiek conditioneren
B
operant conditioneren
C
conflictgedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 20 - Quiz

Leerdoelen 1.3

Slide 21 - Slide


  • Lezen paragraaf 1.4 (5 min!)
  • Maken 1.3: opdracht 37 t/m 47
Huiswerk

Slide 22 - Slide