V4 - p2 - KA9: verspreiding Christendom

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Periode 2

2023-2024

Tijdvak 3 & 4

Les 2 - verspreiding Christendom

Noem twee overeenkomsten tussen Jodendom en Christendom

Noem een inhoudelijk verschil tussen Jodendom en Christendom

Noem een sociaal verschil tussen Jodendom en Christendom

Noem een historisch verschil tussen Jodendom en Christendom

Wat gaan we doen?

1. Inleiding (al gedaan)
2. Hoofdvraag
3. Uitleg
4. Opdracht
5. Nabespreking
6. Afsluiting

40 min

Hoofdvraag

Uitleg

Toen het Romeinse Rijk ophield te bestaan, was dat ook het einde van de Christelijke staatsgodsdienst. Al snel werden veel mensen in het noorden weer 'heidens'. 

In het Zuiden van Europa bleven de meesten mensen wel Christelijk. Zijn vonden de afbreuk van het geloof niets en wilden de heidenen 'terughalen' naar hun 'ware geloof': ze wilden bekeren. 

Missionarissen trekken naar heidense gebieden om de mensen daar te bekeren. 

Twee manieren om te bekeren....

Kerstenen

Door missionarissen

-richten zich op stammen en      

  stamhoofden

-proberen te 'bewijzen' dat God de 

  ware is

-tradities opnemen in Christendom

Door vorsten (zoals Kare de Grote)

- volken veroveren = bekeren

- geestelijken op hoge plaatsen zetten

- rijkdom aan kloosters en abdijen

Opdracht

Lezen KA 9

Maken 9.6 t/m 9.10

Opdracht

Lezen KA 9

Maken 9.8 en 9.10

Nabespreken

9.6

Historici zijn zich ervan bewust dat hagiografieën met een bepaald doel, vanuit een bepaalde overtuiging, en met behulp van bepaalde bronnen werden geschreven. Het doel was glorificatie van het katholieke geloof. De overtuiging was dat heiligen door God geholpen werden om wonderen te verrichten. En de bronnen waren veelal mondeling overgeleverde

verhalen. Vroegmiddeleeuwse biografieën en hagiografieën zijn daarom nooit volledig betrouwbaar als feitelijke bron.  

Nabespreken

9.7

Er zijn nu eenmaal relatief weinig andere bronnen beschikbaar uit die tijd. Alleen monniken konden schrijven, en zij schreven religieuze werken. Historici hebben dus weinig keuze als ze vroegmiddeleeuwse bronnen willen

bestuderen. Bovendien leveren deze bronnen alsnog heel veel kennis op, als je weet hoe je er kritisch naar moet kijken.

of

het ligt er ook aan wat je wilt bestuderen. Wil je iets weten over hoe mensen de heiligen zagen, zijn het prima bronnen. 

Nabespreken

9.8

Waarschijnlijk betrouwbaar:

- De Hessen waren een Germaans volk, dat Bonifatius probeerde te bekeren 

- Een deel van de Hessen was al bekeerd, een ander deel nog niet.

- De Hessen aanbaden een eik, die ze aan hun oppergod gewijd hadden.

- Bonifatius wilde deze eik kappen om de overwinning van het christendom op de heidense goden te laten zien.

Waarschijnlijk onbetrouwbaar:

- Na één keer hakken blies een goddelijke wind de hele eik omver.

- De eik viel in vier precies gelijke stukken uiteen. 

-Alle Hessen waren direct bekeerd en dankten de Heer.

Nabespreken

9.9

Hoewel er in het West-Romeinse Rijk periodes van

geloofsvervolging hadden bestaan, werden over

het algemeen verschillende religies toegestaan. Het lijkt dus meer op verandering dan continuïteit. 

Nabespreken

9.10

Door inheemse heiligdommen te vernietigen en die religies te verbieden, was er geen ander alternatief dan het christendom. De veroveringsdrang van Karel de Grote, waarbij hij steeds dezelfde tactiek toepaste, zorgde ervoor

dat het christendom op veel plaatsen de enige religie werd en in nieuwe gemeenschappen geworteld raakte.

Afsluiting

Huiswerk

- Lezen KA 9

- Maken 9.1 t/m 9.5