This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Warmtetransport hst 5.4
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Samen lezen en opgaven maken Hst 5.4 warmtestromen (10 -15 minuten)
Opfrissen. Wat weten we nog van de branddriehoek en blussen. (2 minuten)
Quizvragen (15 minuten)
Afsluiting wie wist er het meest?
Vragen en extra uitleg kader.
Slide 2 - Slide
Aan het einde van de les weet je:
wat warmte is
wat het verschil is tussen warmte en temperatuur
Hoe warmte transport gaat
Welke soorten warmtetransporten er zijn
Slide 3 - Slide
De stof in het boek samen lezen en vragen maken
Basisboek bladzijde 31 en verder
Kaderboek bladzijde blz 28 t/m 34 lees zelfstandig en maak de A en B vragen
Slide 4 - Slide
Wat weet je nog? Welke voorwaarden zijn er nodig om brand te krijgen ?
Slide 5 - Open question
verbrandingsdriehoek
Slide 6 - Slide
blussen
1. afkoelen tot onder ontbrandingstemperatuur 2. zuurstof weghalen
3. brandstof weghalen
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Het verschil tussen warmte en temperatuur
Warmte is een vorm van Energie
Temperatuur is niet hetzelfde als warmte
Door warmtetoe te voegen (=verhitten) of juist warmteweg te halen (=koelen) kun je de temperatuur van voorwerpen/stoffen veranderen
Slide 9 - Slide
Transport van Warmte
warmte verspreid zich van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur= warmtestransport
- Geleiding
- Stroming
- Straling
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Wat is een goede geleider?
A
Koperen staaf
B
Plastic rietje
C
Houten handvat
D
Metalen pan
Slide 12 - Quiz
In de centrale verwarming zit water, dat zorgt dat er warmtetransport is door
A
geleiding
B
stroming
C
straling
Slide 13 - Quiz
welke manier van warmtetransport merk je vooral als je hand boven een vlam is?
A
geleiding
B
stroming
C
straling
Slide 14 - Quiz
je donzen dekbed voorkomt dat jij warmte verlies via
A
straling
B
geleiding
C
stroming
Slide 15 - Quiz
Welke vorm van warmtetransport gebruikt de zon om de aarde te verwarmen?
A
geleiding
B
stroming
C
straling
Slide 16 - Quiz
welke manier van warmtetransport merk je als je vingers vlak naast een vlam zijn?
A
geleiding
B
stroming
C
straling
Slide 17 - Quiz
Er is contact tussen twee vaste stoffen. De warmte gaat van de ene vaste stof naar de andere vaste stof. Welke warmteoverdracht bedoelen we hier?
A
straling
B
stroming
C
geleiding
Slide 18 - Quiz
Als aardgas niet volledig verbrandt, ontstaat er een giftige stof. welke stof is dit?
A
koolstofdioxide
B
kalkwater
C
roet
D
koolstofmonoxide
Slide 19 - Quiz
Wat is de brandstof in een cv-ketel?
A
Aardgas
B
houtskool
C
hout
D
water
Slide 20 - Quiz
als je graag wilt dat de radiator zoveel mogelijk warmte uitstraalt kan die het beste:
A
wit en glimmend geverfd worden
B
wit en dof geverfd worden
C
zwart en glimmend geverfd worden
D
zwart en dof geverfd worden
Slide 21 - Quiz
Als je een brand blust met water, dan dooft het vuur omdat:
A
je de zuurstof weg haalt
B
je de brandstof weg haalt
C
water een niet brandbaar laagje over je huis legt
D
je afkoelt tot onder de ontbrandingstemperatuur
Slide 22 - Quiz
Warme lucht stijgt
timer
0:10
A
Waar
B
nietwaar
Slide 23 - Quiz
Hiernaast zie je dat de vloeistof wordt verwarmd
A
Warme vloeistof stijgt bij 1 naar boven
B
Koude vloeistof stijgt bij 1 naar boven
C
Er gebeurt niets
Slide 24 - Quiz
De steel of handvat van een pan is een goede isolator
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quiz
Om een brand te blussen, heb je zuurstof nodig.
timer
0:10
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
Welke brand kan je beter niet met water blussen?
A
Vlam in de pan
B
Schoorsteenbrand
C
Benzinebrand
D
Brandend staalwol
Slide 27 - Quiz
Een gasleiding is in brand geraakt. Om de brand te blussen draait de brandweer de gaskraan dicht. Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Temperatuur
Slide 28 - Quiz
Ik zet een potje over een brandende kaars. De kaars gaat uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur
Slide 29 - Quiz
Wat is geen voorwaarde van de branddriehoek?
A
Brandstof
B
Warmte
C
Lucht
D
Zuurstof
Slide 30 - Quiz
Je ziet een waterkoker
Welke kleur pijl geeft de stroomrichting van het warme water?
Slide 31 - Slide
timer
0:10
A
Blauwe pijl
B
Rode pijl
Slide 32 - Quiz
Je ziet 2 elektrische kachels en een elektrische deken.