H3 Cultuur & Identiteit quiz (alle niveau's)

1 / 32
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

H3 Cultuur & Identiteit

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is cultuur?
A
Een politiek systeem
B
Een religieuze overtuiging
C
Een individuele eigenschap
D
Alles wat te maken heeft met normen, waarden en gedrag van een groep mensen.

Slide 4 - Quiz

Slide 10, 11, 12 en 13 – Quiz
In de volgende 4 dia's is een kleine quiz gemaakt over de informatie die behandeld is. Zo kun je nog even bevestigen of ze de informatie begrepen hebben.

Wat zijn normen?
A
Gedragsregels die aangeven wat als juist of onjuist wordt gezien.
B
De afkomst van een persoon.
C
De politieke ideeën van een persoon.
D
De financiële situatie van een persoon.

Slide 5 - Quiz

Slide 10, 11, 12 en 13 – Quiz
In de volgende 4 dia's is een kleine quiz gemaakt over de informatie die behandeld is. Zo kun je nog even bevestigen of ze de informatie begrepen hebben.

Wat is een subcultuur?
A
Een cultuur die afwijkt van de dominante cultuur.
B
Een cultuur die uitsluitend in grote steden voorkomt.
C
Een cultuur die enkel door jongeren wordt beoefend.
D
Een cultuur die overeenkomt met de dominante cultuur.

Slide 6 - Quiz

Slide 10, 11, 12 en 13 – Quiz
In de volgende 4 dia's is een kleine quiz gemaakt over de informatie die behandeld is. Zo kun je nog even bevestigen of ze de informatie begrepen hebben.

Wat zijn waarden?
A
Ideeën over wat in een bepaalde cultuur als slecht wordt gezien.
B
Ideeën over wat in een bepaalde cultuur als goed wordt gezien.
C
Ideeën over wat enkel door ouderen wordt gewaardeerd.
D
Ideeën over wat enkel door jongeren wordt gewaardeerd.

Slide 7 - Quiz

Slide 10, 11, 12 en 13 – Quiz
In de volgende 4 dia's is een kleine quiz gemaakt over de informatie die behandeld is. Zo kun je nog even bevestigen of ze de informatie begrepen hebben.

Van wie leer je normen en waarden? :
A
Vrienden
B
Thuis
C
Door je geloof
D
Door de overheid

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Norm of waarde?
Vriendelijkheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Normen en waarden zijn voor iedereen hetzelfde!
A
B

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Cultuur of subcultuur?
A
Cultuur
B
subcultuur

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Cultuur of subcultuur?
A
Cultuur
B
subcultuur

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


Er is een verschil tussen sekse en gender.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De cultuur die het meest in een land te zien is noem je..
A
Cultuur
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Onderdanige cultuur

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Sociale controle is groter in
A
Een dorp
B
De stad

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Is jouw identiteit..
A
Aangeboren
B
Aangeleerd
C
Beide

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waarden zijn gedragsregels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van aangeleerd gedrag?
A
Fietsen
B
Blauwe ogen
C
Flaporen
D
Dyslexie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Bij sociale controle let je omgeving op je gedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wij kennen verschillende rolpatronen. Het rolpatroon dat een vrouw voor het eten en huishouden moet zorgen was vroeger..
A
Genderneutraal
B
Gendernormen
C
Rolbevestigend
D
Roldoorbrekend

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van leren door imitatie?
A
De kinderen helpen mama met boodschappen doen.
B
Voor de spiegel zingen als rapper Boef.
C
Van papa moet ik om 21:00 uur thuis zijn.
D
De leraar beloont zijn leerlingen met een ijsje.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn belangrijke socialiserende instituties voor kinderen van 5 jaar?
A
Opa en oma
B
Broers of zussen
C
Vriendjes
D
Ouders

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Heeft Max invloed op de identiteit van Brandon?

A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je de verzameling van eigenschappen van een persoon?
A
Identiteit
B
Interesse
C
Uiterlijk
D
Invloed

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Je omgeving heeft invloed op jou.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Heb jij invloed op de identiteit van andere mensen?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is je identiteit?
A
Alles wat op je identiteitsbewijs staat.
B
Je persoonlijke gegevens.
C
Al je eigenschappen samen.
D
Alles wat jij leuk vindt om te doen.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Door een slak te eten als kleuter erachter komen dat je dit niet lust is een voorbeeld van leren door:
A
Informatie/aanwijzigen
B
imitatie
C
ervaringen
D
experimenteren

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Door een slak te eten omdat je ouders dat doen, erachter komen dat je dit niet lust is een vb van leren door:
A
Informatie/aanwijzigen
B
imitatie
C
ervaringen
D
experimenteren

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Deze reclame is een voorbeeld van ... gedrag
A
rolbevestigend
B
roldoorbrekend

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions