Oefentoets HV2 H1 China

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Oefentoets H1 Globalisering in China

paragraaf 1 t/m 3

Vraag 1a. Iemand doet twee uitspraken:

I Het reliëf van China lijkt op een trap met drie treden aflopend van hoog in het oosten naar laag in het westen.
II De berggebieden en woestijngebieden in China zijn dunbevolkt.

1. I en II zijn beide goed
2. I en II zijn beide fout.
3. I is goed en II is fout.
4. I is fout en II is goed.

Vraag 1b. Waarom is de bevolking ongelijk verspreid over China? Noem 2 natuurlijke factoren

2a. Geef een definitie van het begrip levensverwachting.

2b. Beschrijf hoe de levensverwachting van invloed kan zijn op de vergrijzing.

2c. Bekijk de figuur hiernaast. De staaf van de leeftijdsgroep 45-49 jaar is het grootst/langst. De staaf van de leeftijdsgroep van 40-45 jaar is
ineens een stuk kleiner. Wat heeft dit te maken met de
bevolkingspolitiek in China? Leg je antwoord uit.

2d. Welke vorm heeft het bevolkingsdiagram in China?

2e. 'De bevolking van China vergrijst. Vergrijzing betekent dat er meer 65-plussers zijn in verhouding met mensen die jonger zijn.'

Geef twee oorzaken voor de vergrijzing in China.

3a. Bekijk de kaart. Welke titel hoort bij deze kaart?

1. De jaarlijkse neerslag in China: hoe donkerder de kleur, hoe meer neerslag er valt.
2. Het reliëf in China: hoe donkerder de kleur, hoe meer reliëf er is.
3. De bevolkingsdichtheid in China: hoe donkerder de kleur, hoe hoger de bevolkingsdichtheid.

3b. Leg aan de hand van de kaart uit waarom de
volgende uitspraak wel of niet goed is.
'Het reliëf in China: hoe donkerder de kleur,
hoe meer reliëf er is.'

3c. Leg aan de hand van de kaart uit waarom de
volgende uitspraak wel of niet goed is.
'De bevolkingsdichtheid in China: hoe donkerder
de kleur, hoe hoger de bevolkingsdichtheid.'

4. Sleep de begrippen naar de goede kolom.

China tot 1980

China nu

Communistische partij

afzet binnenlandse markt

Hightechindustrie

Lagelonenland

Assemblage

Export

Open deur politiek

Semi-periferie

Sociale ongelijkheid

Veel armoede

5. Bekijk de figuur. Welk gevolg van globalisering is
hier zichtbaar? Noem het begrip en leg uit waarom
dit te maken heeft met globalisering.

6a. 'Shenzhen is een voorbeeld van een 'speciale economische zone'.'
a. Leg uit wat een speciale economische zone is.
b. Was het instellen van speciale economische zones in China een succes? Licht je antwoord toe.

6b. Bedenk een gevolg van het instellen van speciale economische zones in China voor de bevolking.

6c. Leg uit wat de volgende woorden met elkaar te maken hebben.
speciale economische zone – Shenzhen – megastad

7. Neem de letters a t/m d over en noteer het juiste woord/begrip bij de omschrijvingen.

a Voormalige dorpen die zijn ingesloten door stedelijke bebouwing.
b Reden om te verhuizen uit een gebied.
c Migranten in China die ergens anders wonen dan waar ze staan ingeschreven.
d Het percentage stedelingen in een land.

8. Mechanisatie.
a. Wat is mechanisatie?
b. Noteer een positief gevolg van mechanisatie.
c. Noteer een negatief gevolg van mechanisatie voor de mensen op het platteland in China.