La négation

Le programme du jour
  • les buts du cours
  • herhaling la négation
  • exercice 32 et 33
  • évaluation
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Le programme du jour
  • les buts du cours
  • herhaling la négation
  • exercice 32 et 33
  • évaluation

Slide 1 - Slide

Les buts du cours
  1. kun je een schrijfformulier invullen
  2. kun je de ontkenning gebruiken
  3.  heb je een overzicht voor jezelf met wat je moet kunnen voor de toets

Slide 2 - Slide

Hoe maak je de ontkenning in het Frans?

Slide 3 - Mind map



Slide 4 - Slide

De ontkenning 

In het Nederlands: niet en geen

In het Frans altijd twee woorden: ne..... pas


Ne staat vóór de persoonsvorm

Pas staat direct achter de persoonsvorm

Dus: ontkenning deel 1 + pv + ontkenning deel 2


Slide 5 - Slide

de ontkenning - voorbeelden
Ik werk - Je travaille

Ik werk niet - Je ne travaille pas

Hij zingt - Il chante

Hij zingt niet - Il ne chante pas

Het is een zwembad - C'est une piscine

Het is geen zwembad - Ce n'est pas une piscine

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Stappenplan bij ontkennend maken:
  1. Zoek de persoonsvorm - dit is altijd een werkwoord
  2. Schrijf de persoonsvorm op (de hamburger)
  3. Zet ne ervoor en pas erachter  (de broodjes)
  4. Begint pv met klinker? verander ne in n'
  5. Zet overige zinsdelen in de zin
  6. Lees de zin nog een keer door.

Slide 8 - Slide

Elle a une glace au chocolat?
A
Non, elle n'a pas de glace
B
Non, elle a une ne glace pas

Slide 9 - Quiz

Vous avez beaucoup de devoirs?

Let op jij geeft antwoord op de vraag!
A
Nous avons ne beaucoup pas de devoirs
B
Vous n'avez pas de devoirs
C
Vous avez beaucoup de ne devoirs pas
D
Nous n 'avons pas beaucoup de devoirs

Slide 10 - Quiz

Tu comprends?
A
Non, je comprends
B
Oui, je comprends!
C
Non, je ne comprends pas
D
Oui, je ne comprends pas

Slide 11 - Quiz

Tu comprends?

Slide 12 - Slide

Au travail!
Wat: exercice 32 et 33.
Let op bij opdracht 32c controleer je de zinnen van degenen die naast je zit met een ander kleurtje.
Hulp: eerste 5 min zelfstandig aan de slag, na de 5 minuten mag je vragen stellen.
Tijd: 20 min
Uitkomst: geoefend met zinnen maken en de ontkenning in het Frans
Klaar: 
- maak voor jezelf een overzicht met alles wat je moet leren voor de eindtoets
- oefenvragen maken voor de toets

timer
20:00

Slide 13 - Slide

Évaluation

Slide 14 - Slide