11.2 Alkanen en alkenen

11.2 Alkanen en Alkenen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

11.2 Alkanen en Alkenen

Slide 1 - Slide

Koolstof
We hebben het over koolstofchemie. Dat betekent dat we het dus ook over koolstof hebben. 

Een koolstofatoom heeft als eigenschap dat het 4 bindingen aan kan gaan. Bij koolwaterstoffen gaan koolstof dus bindingen aan met koolstof of waterstof. 

Slide 2 - Slide

Alkanen
Alle alkanen zijn koolwaterstoffen, maar niet alle koolwaterstoffen zijn alkanen. 

Een alkaan is een verzadigde verbinding. Dat betekent dat alle bindingen vol zitten. Er kan geen atoom meer bij. 


Slide 3 - Slide

Alkanen

Slide 4 - Slide

Reeksen
Alkanen hebben iets bijzonders. Je kunt de reeks namelijk voorspellen. Alkanen hebben een formule die je kunt volgen.

CnH2n+2 

Lijkt even moeilijk, maar volg mij even. 

Slide 5 - Slide

CnH2n+2
De C staat voor koolstof, de n erachter staat voor een bepaald aantal. n=dus aantal.

De H staat voor waterstof, en de 2n staat voor 2x het aantal wat bij de C staat. 

+2 betekent gewoon 2 erbij tellen.  


Slide 6 - Slide

CnH2n+2
C4H10 is butaan. Gaan we kijken hoe die formule past.

De 4 bij C4 is dus het aantal van de "n". Als je dan die 4x2 doet voor de H krijg je 8. Als je er dan 2 bij optelt, kom je op 10. 

Wat krijg je dan voor formule als je 6 koolstofatomen hebt? 

Slide 7 - Slide

Kraken en polymerisatie
Zulke lange ketens koolwaterstoffen hebben we vaak niet veel aan. Dat betekent dat we deze ketens breken en er kleinere koolwaterstoffen van maken. Dit noemen we kraken

Soms houd je juist te kleine ketens over, deze kun je weer aan elkaar schakelen. Dit noem je polymerisatie

Slide 8 - Slide

Kraken
Kraken kun je op 2 manieren doen:

Thermisch kraken, mbv warmte. 

Katalytisch kraken, mbv een katalysator. 

Slide 9 - Slide

Alkenen
Alkenen hebben een dubbele binding in hun structuurformule. We noemen ze onverzadigd. 

Slide 10 - Slide

Celsius & Kelvin in je binas

Slide 11 - Slide

Wat is 25 graden Celsius in kelvin?
A
25 K
B
298,15 K
C
298 K
D
-248 K

Slide 12 - Quiz

Hoeveel Kelvin is 100 graden Celsius?
A
373
B
173
C
73
D
-273

Slide 13 - Quiz

Hoeveel graden Celsius is 578 Kelvin?
A
851 graden Celsius
B
505 graden Celsius
C
305 graden Celsius
D
205 graden Celsius

Slide 14 - Quiz

Wat gaan we doen?
Nakijken 1 t/m 6 op blz. 102
Daarna: maken 7 t/m 12
Daarna: Test jezelf van paragraaf 2

Slide 15 - Slide