Les 1 Bino anamnese en CT

1 / 38
next
Slide 1: Slide
OptiekMBOStudiejaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
  • Verschillende oogstanden.
  • Covertest.

Slide 2 - Slide


NAW gegevens


Wat willen we weten?
En waarom

Slide 3 - Slide

NAW
Naam
Geboorte datum
Adres
Telefoonnummer
Verzekering

Slide 4 - Slide

Protocol binoculaire refractie
  • Anamnese
  • Covertest
  • Monoculaire refractie
       >> nevelrefractie
       >> KC-refractie
  • WFD test
  • Refractiebalanstest
       >> zonder fusie // Maddox óf Schober
       >> met fusie // polakruis óf hakentest
  • Stereoscopisch zien
  • Comfortabel zien

Slide 5 - Slide

Anamnese 
Wat gaan we vragen
Waarom gaan we het vragen
Hoe? 

Slide 6 - Slide

Anamnese
  • bril/ contactlenzen, sinds wanneer
  • werk/hobby
  • gezondheid – bloeddruk/suiker/schildklier/ reuma
  • ernstige ziekten in de familie
  • allergieën
  •  gezondheid ogen
  •   oogziekten familie (staar/glaucoom/maculadegeneratie)
  • medicijnen (waarvoor)

Slide 7 - Slide

Macroscopisch onderzoek (eventueel) 
Handen wassen
 licht aanzetten
 onderzoek oog en adnexa
 pp in 4 richtingen laten kijken
 geef advies of vraag door als je iets ziet

Slide 8 - Slide

PD meten 
pupillometer
Meetliniaal

 

Slide 9 - Slide

Covertest(afdektest)
Het is een objectieve test (primair)
Doel = het objectief opsporen van latent en manifest strabisme.
Unilateraal test =om tropie te onderzoeken
Alternerend test= om forie te onderzoeken

Slide 10 - Slide

De oogstanden
heterotropie
  • zichtbaar scheelzien
  • manifest

heteroforie
  • onzichtbaar scheelzien
  • latent

Slide 11 - Slide

De oogstanden
5 verschillende oogstanden
  • exotropie/exoforie
  • esotropie/esoforie
  • hypertropie/hyperforie
  • hypotropie/hypoforie
  • cycloforie

Geen afwijking = orthofoor

Slide 12 - Slide

Benodigdheden voor CT
  •  occluder (pollepel)
  • lichtpunt of fixatiepunt(letter) 
De onderzoeker moet kijken of de ogen een instelbeweging (i.b.) maken

 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Unilaterale covertest
  • Uitvoeren op 6 meter (40 cm).
  • Lampje of fixatieobject.
  • Beoordeel of het lichtreflex in beide ogen symmetrisch is.
  • Dek het oog af, kijk naar het niet afgedekte oog: maakt dit een instelbeweging?
  • Houdt de cover 3 seconden voor het oog en 3 seconden van het oog >> Herhaal dit 3 keer.
  • Hierbij wordt steeds kort de samenwerking verbroken en wordt gekeken of er een manifest strabisme aanwezig is
  • Kijken naar het niet afgedekte oog
  • Controleer op dezelfde wijze het andere oog.

Slide 15 - Slide

Tropie
  • Zichtbaar
  • Manifest
  • Eén oog
  • Unilaterale covertest

Slide 16 - Slide

Esotropie Links  Het linker oog staat naar binnen
Bij het afdekken van het rechter oog moet het linker oog gaan kijken naar een punt. Het oog zal daardoor een instelbeweging maken naar buiten. Het rechter oog zal daardoor naar binnen bewegen. Wordt de cover weggehaald dan gaat het rechter oog weer kijken en beweegt het linker oog richting de neus.

Slide 17 - Slide

Bij het afdekken van het linker oog gebeurt niks.  
Want R oog staat goed 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Forie
  • Onzichtbaar
  • Latent
  • Twee ogen
  • Alternerende covertest

Slide 21 - Slide

Alternerende covertest
  • Uitvoeren op 6 meter (40 cm).
  • Lampje of fixatieobject.
  • Beoordeel of het lichtreflex in beide ogen symmetrisch is.
  • Dek het oog af, kijk naar het oog wat onder de cover vandaan komt: maakt dit een instelbeweging?
  • Houdt de cover 3 seconden voor het oog en verplaatst het direct naar het andere oog: er mag geen fusie plaatsvinden.
  • Dek ieder oog minimaal 3 keer af.

Slide 22 - Slide

Esoforie= het afgedekte oog maakt achter de cover een beweging naar binnen(ruststand) 
en  een herstelbeweging naar buiten als we de cover weghalen.  We letten altijd op de herstelbeweging.

Slide 23 - Slide

Bij het zoeken naar een forie kijken we naar het oog dat achter de cover vandaan komt
Cover voor R en L alternerend 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

1

Slide 26 - Video

00:14
Welke forie is hier te zien?

Slide 27 - Open question

1

Slide 28 - Video

00:28
Welke oogstand was hier zichtbaar?

Slide 29 - Open question

Lichtreflex
Wanneer je met een lichtbron op het oog schijnt ontstaat er een lichtreflex. 
Kijk je naar de lichtbron, dan is de fovea gericht op de lichtbron.
De plaats van het reflexbeeld je komt overeen met de plaats waar de visuele as de cornea snijdt. 
Hierdoor zie je het reflexbeeldje niet in het midden van de pupil maar iets horizontaal verschoven.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

1

Slide 33 - Video

00:47
Welke oogstand is hier te zien?

Slide 34 - Open question

1

Slide 35 - Video

01:14
Welke oogstand is hier te zien?

Slide 36 - Open question

Opdracht
Maak opdracht 1 tot en met 5 uit het werkboek
timer
5:00

Slide 37 - Slide

Opdracht // bespreken

Slide 38 - Slide