Lernziele dieses Kapitels:
* Je kunt beschrijven hoe iemand eruit ziet;
* Je kunt je mening geven over kleding:
* Je kent de modale werkwoorden dürfen, können, mögen,
müssen, sollen, wollen und wissen in de tegenwoordige tijd
(=TT)
* Je weet hoe je de p, t, k, s/ss/ß/z uit moet spreken