§ 3.1

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Lesprogramma

Uitleg §3.1 (20 min.)

Zelfstandig werken:

Huiswerk: Opdracht 1 t/m 13

Rekenopdracht 1 t/m 3

§3.1 Hoe betaal je?

Je koopt een pizza-punt in de Aula bij Herman. Is dit directe ruil of indirecte ruil?

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil

Direct of indirect

Directe ruil = als je goederen tegen goederen ruilt

Indirect als je geld gebruikt om te betalen voor goederen 

3 functies van geld

1. Ruilmiddel
   
2. Spaarmiddel
3. Rekenmiddel

Op welke manieren kun je betalen?

2-deling

Giraal 

Chartaal

Voordelen van giraal betalen

Nadelen giraal betalen

Voordelen chartaal betalen

Nadelen chartaal betalen?

Op je bankrekening heb je een creditsaldo van € 12,45. Via de bank ontvang je je zakgeld € 7,50 en het loon van je krantenwij k € 41,10. Je betaalt met je pinpas in een winkel € 39,95 en in de sportkantine nog ens € 4,65.

Bereken je nieuwe saldo. Schrijf erbij of het een credit- of debetsaldo is.

Huiswerk

§3.1

Huiswerk: Opdracht 1 t/m 13

Rekenopdracht 1 t/m 3