Het gezegde wat het onderwerp doet of is.
Werkwoordelijk gezegde --> alle werkwoorden in de zin, zit alleen in zinnen waar het onderwerp iets doet.
- Hij is gelukkig --> het onderwerp (hij) doet niet iets, hij ís iets.
NG: is [gelukkig]
Naamwoordelijk gezegde
Zegt wat het onderwerp is (of wordt/blijft).
Bestaat uit werkwoorden (werkwoordelijk deel)
+ antwoord op de vraag:
Wat+PV+OW+overige ww --> naamwoordelijk deel