7.3 online volledig

7.3 Verlichte ideeën in de praktijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

7.3 Verlichte ideeën in de praktijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 1 - Slide

welk hoofd zien we hier?  en wat verbergt zich achter de tekst?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Kenmerkende aspecten 

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.


28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.


Welk KA's  passen bij deze paragraaf?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kenmerkende aspecten 

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.


28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.


Welk KA's  passen bij deze paragraaf?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 

1 Je kunt meerdere oorzaken van de Franse Revolutie beschrijven.

2 Je kunt het verloop van de Franse Revolutie beschrijven, vanaf de Nationale Vergadering tot de keizerkroning van Napoleon.
3 Je kunt verklaren hoe de Franse Revolutie uitmondde in de Terreur.
4 Je kunt het belang van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger uitleggen.







Vertel maar

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

wat is de juiste volgorde?
A
het volk; adel; geestelijkheid
B
geestelijkheid; adel; het volk
C
Adel; geestelijkheid; het volk
D
geestelijkheid; het volk; adel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit waarom de standenmaatschappij in strijd is met de Verlichting.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Waarom riep Lodewijk XVI de Staten Generaal bijelkaar
A
Voorkomen van het uit de hand lopen van de revolutie
B
Hongersnoden oplossen
C
Toestemming vragen voor belastingverhogingen
D
Stemmen over nieuwe wetgeving

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke gebeurtenis wordt traditioneel beschouwd als het begin van de Franse Revolutie?
A
De bestorming van de Bastille
B
Het bijeenroepen van de Staten Generaal
C
De Eed op de kaatsbaan
D
Het schrijven van een grondwet

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Waarom had de derde stand in de praktijk geen invloed in de Staten Generaal
A
Ze hadden geen stemrecht
B
De derde stand was niet aanwezig in de Staten Generaal
C
Adel en geestelijkheid vormden een front van 2 tegen 1
D
De koning had absolute macht en maakte alle beslissingen zelf

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

‘Wat is de derde stand? Alles. Wat is hij tot op dit ogenblik op politiek terrein geweest? Niets. Wat vraagt hij? Iets te worden. Wat is er nodig opdat een natie zou blijven bestaan en zou bloeien? Particuliere ondernemingen en openbare ambten. Alle particuliere ondernemingen kunnen in vier groepen worden ondergebracht: veldarbeid, industrie en handel, wetenschappen en kunsten, en huisarbeid. Wie oefent deze bedrijvigheden uit? De derde stand. Maar de winstgevende en eervolle ambten zijn alleen door de leden van de bevoorrechte standen bezet. Wat is de derde stand tot hiertoe geweest? Niets.’

 

Uit: Abbé Sieyès, Wat is de derde stand? (1789)
Welke kritiek levert Abbé Sieyès in zijn pamflet (bron 17)?
antwoord
Dat juist de derde stand, die zorgt voor groei en bloei van de natie, ‘niets’ is, geen waardering krijgt voor alles wat die stand doet en betekent.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Maak duidelijk dat het proces tegen Lodewijk XVI niet volgens de richtlijnen van de trias politica werd uitgevoerd.
Bedenk waarom rechtspraken in onze tijd openbaar zijn.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 


5 Je kunt uitleggen dat de politieke situatie in de Republiek leidde tot de opkomst van revolutionaire ideeën.
6 Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie invloed had op de ontwikkelingen in de Republiek na 1795.
7 Je kunt beschrijven welke rol het bestuur van Napoleon speelde in Europa en hoe dit bestuur ten einde kwam.
8 Je kunt de doelen van het Congres van Wenen benoemen en toelichten.






Vertel maar

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Sleep de gebeurtenissen naar het juiste jaartal 
1789
1793
1799
1804
1812
1789
Napoleon gaat naar Rusland
Lodewijk XVI roept SG bijeen
Napoleon kroont zichzelf tot keizer
Napoleon pleegt een staatsgreep
Bestorming van de bastille
Executie van LOdewijk XVI 

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Hoe noem je de groep ontevreden burgers die in 1787 in de Republiek in opstand kwamen tegen het bestuur?
A
Oranjegezinden
B
Pruisen
C
Patriotten
D
Stadhouders

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Leg met twee beeldelementen uit welke boodschap de tekenaar van bron 19 wilde overbrengen.
antwoord
Door de stadhouder af te beelden als een zwijn maakt de tekenaar duidelijk dat hij de stadhouder ziet als een veelvraat, iemand die gulzig alles pakt wat hij pakken kan om er zelf beter (dikker) van te worden.
Door de stadhouder de rechten van steden, burgers en de Republiek te laten vertrappen, maakt de tekenaar duidelijk dat hij vindt dat de stadhouder geen respect heeft voor de rechten van zijn onderdanen en daar zeker geen rekening mee houdt in zijn bestuur.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leg uit waarom de patriotten blij waren met de Franse Revolutie.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Noem drie dingen die je hebt geleerd

Slide 18 - Open question

This item has no instructions