This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Economie - Stanislas Dalton Delft
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij Economie?
Slide 2 - Mind map
Wat is economie?
De economie bestudeert de behoeften van de mens.
En mensen voorzien in hun behoeften door goederen en diensten te kopen. De aanschaf van goederen en diensten voor eigen gebruik wordt consumeren genoemd. En om te kunnen consumeren zijn er bedrijven die goederen en diensten produceren.
Slide 3 - Slide
PRODUCEREN, CONSUMEREN, GOEDEREN & DIENSTEN
Slide 4 - Slide
Produceren
Produceren = het maken van goederen en het leveren van diensten
Noem eens iets wat je kunt produceren?
Slide 5 - Slide
Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Maak binnen 5 minuten zoveel mogelijk vliegtuigjes.
timer
5:00
Alle papiertjes liggen vooraan in het lokaal. Je mag maar één papiertje per keer meenemen.
Let op!! Het is belangrijk dat je de vliegtuigjes nog niet gooit!! deze heb je nog nodig voor een opdracht!
Slide 8 - Slide
Hoe kun je de arbeidsproductiviteit vergroten?
Slide 9 - Open question
Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
Technologische ontwikkelingen
Arbeidsverdeling (specialisatie)
Scholing
Prestatiebeloning
Verbeteren van arbeidsomstandigheden
Slide 10 - Slide
Bespreek
Bespreek met de persoon naast je wat hun tactiek was bij het vouwen van de vliegtuigjes. Bedenk samen hoe je de arbeidsproductiviteit kan verhogen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Maak binnen 5 minuten zoveel mogelijk vliegtuigjes.
timer
5:00
De regel over één papiertje per keer die is er niet meer.
Let op!! Het is belangrijk dat je de vliegtuigjes nog niet gooit!! deze heb je nog nodig voor een opdracht!
Slide 13 - Slide
Opdracht
Schrijf op IEDER vliegtuigje jouw naam en verzamel deze.
Slide 14 - Slide
Gooi maar raak!
We gaan met de hele klas op 4 meter van de papierbak staan.
Wanneer iedereen klaar staat is het de bedoeling dat je het vliegtuigje in de papierbak gooit.
De leerling met de meeste vliegtuigjes in de bak krijgt een sticker
Slide 15 - Slide
Vragen?
Wat vind je belangrijk? Zo veel mogelijk vliegtuigjes OF zo GOED mogelijke vliegtuigjes. Kies je voor kwaliteit of kwantiteit?
Welke tactiek had het meeste effect?
Slide 16 - Slide
Joost repareert een vensterbank voor Meike. Is hier sprake van goederen en/of diensten?
A
Vensterbank = dienst, repareren = goed
B
Vensterbank = goed, repareren = dienst
C
Vensterbank = dienst repareren = dienst
D
Vensterbank = goed, repareren = goed
Slide 17 - Quiz
Gaat het hier om een goed of een dienst?
GOEDEREN
DIENSTEN
Inschrijving sportschool
Sportschoenen
Trainingspak
Sporttas
Huur squashracket
Huur kluisje
Slide 18 - Drag question
Welk van onderstaande manieren verhoogt de arbeidsproductiviteit?
A
Arbeidsverdeling
B
Langer werken
C
Mensen ontslaat
D
Door scholing
Slide 19 - Quiz
De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quiz
Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...