GS 2H 2.4 Vorsten met absolute macht

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Vandaag:

1. Even voorstellen. 

2. Planning periode 2 doornemen. 

3. Terugblik op hoofdstuk 2. 

4. Begin maken aan paragraaf 4. 

Leerdoelen:

1. Je kunt uitleggen hoe koningen sinds de late middeleeuwen meer macht probeerden te krijgen. 

2. Je kunt uitleggen wat absoluut bestuur is en hoe dat functioneerde in Frankrijk.

Hoofdstuk 2: de tijd van regenten en vorsten

Hoe/waarom eindigde de Gouden Eeuw?

Maak opdracht 1 als introductie (blz 85). Gebruik eventueel de informatie uit paragraaf 3 hiervoor. 

Koningen willen meer macht

• 17e eeuw: meeste landen een monarchie. Erfelijk. 
• Koningen werden sinds de late middeleeuwen steeds machtiger. 
• Belastingen maakt ze minder afhankelijk.
•  
• Probeer eens drie gevolgen op te schrijven van de groeiende macht van de koning. Werk samen met je buur. 

Lodewijk XIV

Zonnekoning

• Halverwege de 17e eeuw kreeg Lodewijk XIV alle macht in handen. 
• absolutisme 
• Zonnekoning (middelpunt van het bestuur)
• Adel moest in Versailles komen wonen
• Verbeteren economie
• God had hem gekozen
• Protestantisme werd verboden
• Permanent leger 

Opdracht/huiswerk:

Maak opdracht twee tm vijf (blz 88/89)

Nog meer machtige vorsten...

De koningen van Zweden, Oostenrijk, Rusland en Pruisen volgden het  voorbeeld van Lodewijk XIV.

Voor Rusland was dit nog ingewikkeld. Tsaar Peter de Grote was leider van een land dat nog niet zo modern was. Hij ging op les bij de rest van Europa en bouwde Sint-Petersburg. 

Aan de slag!

Maak de opdrachten van paragraaf 4.