This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Pak je schrift en een pen. Maak de opdrachten zelfstandig en in rust.
Je mag alles nazoeken in je schrift, of je boek.
De atoomsoorten die elektronen weg doen staan aan de linkerkant van het periodieksysteem, dit noemen we de metalen.
De atoomsoorten die elektronen opnemen, of niet reageren, staan aan de rechterkant van het periodieksysteem, dit noemen we de nietmetalen.
Metalen kunnen makkelijk reageren met nietmetalen.
Bij de reactie tussen het metaalatoom en het nietmetaalatoom worden er elektronen overgedragen.
Het metaalatoom geeft een elektron (of meer elektronen) af aan het nietmetaalatoom.
Een atoom die elektronen afstaat of opneemt noem je geen atoom meer maar dat noemen we een ion.
Er ontstaat dus een ion met te veel elektronen (dit noemen we een negatief ion) en een ion met te weinig elektronen (dit noemen we een positief ion).
Definitie:
Een ion is een geladen deeltje.
Positieve en negatieve ionen kunnen elkaar aantrekken (net als bij een magneet). Dit levert een sterke binding op.
Deze binding noemen we een ionbinding.
Dus bij de reactie tussen een metaal en een nietmetaal ontstaat er een stof met een ionbinding (een ionaire stof).
Een ander woord voor ionaire stof is zout.
Als twee nietmetalen met elkaar reageren kunnen ze geen elektronen afstaan. Er kunnen dus geen ionen ontstaan.
De niet metalen die met elkaar reageren gaan elektronen "delen".
Omdat de gedeelde elektronen van beide atomen zijn blijven deze atomen ook bij elkaar.
De atomen kunnen geen ionen vormen maar wel moleculen.
Als twee (of meer) nietmetalen met elkaar reageren ontstaat een verbinding die we een molecuulbinding noemen, de stof is dus een moleculaire stof
Samengevat:
Verbinding tussen een metaal en een nietmetaal = ionbinding dus een ionaire stof. De stof bestaat uit positieve en negatieve ionen.
Verbinding tussen een nietmetaal en een nietmetaal = molecuulbinding dus een moleculaire stof. De stof bestaat niet uit ionen.
Metalen kunnen niet met elkaar reageren.
Wel kunnen metalen met elkaar mengen. Dan worden de metalen eerst gesmolten en de vloeibare metalen worden gemengd.
Hierdoor worden de goede eigenschappen van beide metalen gebruikt in het mengsel.
Een mengsel van metalen wordt een legering (of alliage) genoemd.
Van de metalen moet je nog een paar dingen weten:
Kenmerken:
Edelmetalen reageren niet (moeilijk) met zuurstof en onedele metalen reageren juist makkelijk.
Neem je telefoon (of je laptop) er bij.
Ga naar lesson-up (leerling) en type de code in.
gebruik je eigen naam.
Let op per vraag heb je 10 seconde de tijd dus moet je snel reageren.
Maken van de vragen van paragraaf 3.2
Invullen van de kennenlijst deel 2 tijdens de uitleg
Leren paragraaf 3.1 en 3.2
Doornemen kunnenlijst deel 1 en deel 2
Maken samenvatting of mindmap paragraaf 3.2
Verzinnen van vragen voor de docent
-1-Noem 5 metalen
-2-wat zijn de edelgassen
-3-wat is het verschil tussen een molecuul en een atoom