Tijd? – Tot 9.35.
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
2. Overleg binnen je rij op fluistertoon.
3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna werkblad (ligt vooraan) of
bezig met rekenen (vraag docent).
Maken? – Basis: Gemengde opdrachten en Oefenproefwerk.
Kader: 3.3 en 3.4