2.3 De steden komen weer tot bloei + tijdscharnier van oudheid naar me

Deze les
  1. Uitleg 2.3 
  2. Aan de slag met het domein
3. Tijd over? 
Starten met vragen 2.3

1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Deze les
  1. Uitleg 2.3 
  2. Aan de slag met het domein
3. Tijd over? 
Starten met vragen 2.3

Slide 1 - Slide

Waar gaat de rep over?
De repetitiestof voor P1 is hoofdstuk 1 Grieken en Romeinen par. 3 t/m 5, hoofdstuk 2 Middeleeuwen  par. 1,3,4
kenmerkende aspecten Grieken en Romeinen 

Slide 2 - Slide

2.3 De steden komen weer tot bloei 
(blz. 57-61)
KA 13 : De opkomst van de handel en de ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving

KA 14 : De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden(zie ook blz. 44)


Leerdoelen staan op blz. 69

Slide 3 - Slide

Verbeteringen in de landbouw

Na het jaar 1000 zorgden een aantal verbeteringen in de landbouw voor hogere opbrengsten:

ijzeren ploeg

halsjuk

en vooral het drieslagstelsel

Slide 4 - Slide

Drieslagstelsel

Slide 5 - Slide

Gevolg?

Meer voedsel--> bevolking groeit
Overschotten-->Handel; verkoop op markten

Slide 6 - Slide

Jaarmarkten
  • Elke stad had een plein waar een markt werd gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.
  • Veel bijzondere producten werden verkocht op de jaarmarkt 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Stadsrechten
Zoek op in paragraaf 2.3
  • Wat zijn stadsrechten?
  • Wat voor stadsrechten waren er?
timer
2:22

Slide 9 - Slide

Stadsrechten

De Heer gaf steden stadsrechten
Stad met stadsrechten mocht: 

  • Zelf de stad besturen
  • Eigen wetten maken
  • Stadsmuur bouwen
  • Eigen leger hebben
  • Rechtspraak zelf doen
  • Eigen munten slaan

Slide 10 - Slide

rest van de les
Afronden en inleveren plattegrond domein
Klaar?  start met het maken van de vragen van 2.3: Vraag 1 t/m 9
of ander vak

Slide 11 - Slide

les 2

Slide 12 - Slide

Deze les
  1. Verschil hofstelsel en leenstelsel/feodalisme 
  2. Uitleg Gilden volgen of zelfstandig aan de slag met de leerdoelen van 2.3 op bladzijde 69 en inleveren op It's
  3. Floris V (filmpje)

Slide 13 - Slide

Waarom betekende de opkomst van de steden een verzwakking van het feodale stelsel?

Slide 14 - Slide

Keuze 
  • Zelf aan de slag met de antwoorden op de leerdoelen van 2.3 op blz. 69
  • Uitleg over burgerschap en gilden volgen (2.3)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Gilden

Ambachtslieden met hetzelfde beroep organiseerden zich in gilden. Je mocht dan in een stad alleen dat beroep uitoefenen als je lid was van het gilde.


Slide 17 - Slide

Gilden

Slide 18 - Slide

Gilden
  • Om concurrentie tegen te gaan en de kwaliteit en prijzen zo te bewaren werden gilden gesticht
  • Leden hadden allemaal hetzelfde beroep
  • Als je geen lid was van een gilde mocht je dat beroep niet uitoefenen
  • Om het vak te leren ging je bij een meester van het gilde in de leer

Slide 19 - Slide

  Werken in een gilde

  • Onderlinge afspraken tussen gilden om concurrentie te voorkomen:  werktijden, opleiding, prijs en kwaliteit.
  • Het gilde controleerde de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.

Slide 20 - Slide

Burgerschap:
Positie van een burger met bijbehorende rechten en plichten
Het burgerschap in de Middeleeuwen had vele voordelen:
- Je was officieel vrij van een heer;
- Je was ontheven van belastingen die mensen van buiten de stad wel moesten betalen.
- Het gaf je bescherming tegen rechtsvervolging door iemand van buiten de stad.

Plichten van het burgerschap in de Middeleeuwen:
- plicht om de stad schoon te houden
- het bewaken van de stadsmuren of de verdediging daarvan wanneer hij aangevallen werd.
- de ongeschreven regel dat een burger zich op een bepaalde manier moest gedragen.
   Voorbeelden:  geld geven aan armen, zieken, ouderen en weeskinderen, geen openbare                                                 dronkenschap of grote geldschulden.

Slide 21 - Slide

Bij welke groep hoorden onderstaande stadsbewoners waarschijnlijk? 

Burgers, patriciërs of burgers zonder stadsrechten? 

Eigenaar van een kleine bakkerswinkel
De rijkste koopman van de stad
Een sjouwer van zakken graan

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

In de dertiende eeuw sneuvelt onze eerste koning, Willem de Tweede, in de strijd tegen de
Westfriezen.  Zijn zoon, Floris de Vijfde, volgt hem op. De edelen krijgen minder macht, en de boeren krijgen meer vrijheid. Floris wordt in 1296 vermoord.

Slide 24 - Slide

Stel dat Floris de Vijfde niet was vermoord. Bedenk
hoe het dan met Nederland verder zou zijn gegaan?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video