Zouten Hoofdstuk 5, verhoudingsformule
Voor het maken van verhoudingsformules moet je de ionen uit tabel 5.2, 5.3, 5.4 en 5.5 op pagina 131 uit je hoofd kennen!
Je maakt de verhoudingsformule door de ionen uit het zout in een verhouding te mengen waarbij + en - elkaar opheffen.
De naam van een zout begint altijd met het positieve ion gevolgd door het negatieve ion.
NaCl = natriumchloride (bestaat uit Na+ en Cl-)
MgCl2 = magnesiumchloride (bestaat uit Mg2+ en Cl-)