Voorbereiding so 1

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Hoe goed denk je dat je al voorbereid bent voor de so?

😒🙁😐🙂😃

J'adore ...!
Welk Frans woord + lidwoord (de/het) hoort in de zin? Kijk naar het plaatje.

Typ in het Frans 'het strand'.

In het Frans: een broer

In het Frans: Hallo, hoe gaat het?

Schrijf het juiste lidwoord op:
le/la/l' grande tente (v)

Kies het juiste lidwoord:
le/la/l' camping s'appelle Le Soleil.

Zet in meervoud:
le jour

Zet in meervoud:
la saucisse

Vertaal:
Les garçons parlent français.

Hoe vraag je hoe oud iemand is?

1. Tu t'appelles comment?
2. Moi, j'ai 12 ans.
3. Quel est ton numéro de téléphone?
4. Tu as quel âge?

In het Frans:
het zwembad

C'est quoi?
C'est ... (een vis).

In het Frans: kijk

In het Frans:
eet smakelijk

Le/la/l' hôtel
Schrijf het juiste lidwoord op.

In het Frans:
Hoe heet je?

Vertaal deze zin naar het Frans:
'Vandaag en morgen.'

'Misschien' is in het Frans:

1. de rien
2. dans
3. quelque chose
4. peut-être

Hoe goed ben jij al voorbereid voor de so?

😒🙁😐🙂😃