deel 1 3.2

1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In deze lessonUp wordt je meegenomen door het eerste deel van § 3.2.

Je krijgt informatie in deze lessonUp. Soms moet je een stukje lezen uit je leesboek van geschiedenis. Soms moet je een vraag beantwoorden of een filmpje kijken. 

Slide 2 - Slide

Lees het kopje 'Arm en Rijk' op blz. 43 van je leesboek.
 Hier krijg je vragen over.

De meeste mensen in het  Romeinse Rijk woonden op het platteland, maar er waren ook steden. 
Er was een Landbouwstedelijke samenleving.

Slide 3 - Slide

Welke woorden zitten er in het begrip 'Landbouwstedelijke samenleving' ?

Slide 4 - Open question

In een Landbouwstedelijke samenleving...
A
Wonen de meeste mensen op het platteland. Er zijn wel ook steden.
B
Wonen de meeste mensen in de stad. Er is ook een platteland.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Tekst
Armen
Rijken
Vormden een groot deel van de bevolking
Vormden een klein deel van de bevolking
Leefden in luxe woningen
Leefden in lemen hutjes of in flats

Slide 7 - Drag question

Lees bij het kopje 'arm en rijk' (blz.43) het stukje over de slaven (rechts) en bekijk het filmpje door op de link te klikken.




Slide 8 - Slide

Hoe werd je slaaf?
A
Als je een misdaad had gepleegd moest je voor straf slaaf worden.
B
Je werd als krijgsgevangene meegenomen tijdens een oorlog

Slide 9 - Quiz

Welke werkzaamheden kon een slaaf NIET uitvoeren?
A
lesgeven
B
toneelspelen
C
ambtenaar zijn
D
werken in de mijnen

Slide 10 - Quiz

Welke werkzaamheden kon een slaaf NIET uitvoeren?
A
bediende zijn in een huis
B
gladiator zijn
C
raad geven in het senaat
D
dokter zijn

Slide 11 - Quiz

Lees het stukje hierboven

Slide 12 - Slide

Een samenleving met meerdere culturen is een multiculturele samenleving. Leven we nu in Nederland ook in een multiculturele samenleving?
A
Nee
B
Ja

Slide 13 - Quiz

Lees het stukje hierboven

Slide 14 - Slide

Welk antwoord is GOED?
A
De Griekse goden en de Romeinse goden hebben dezelfde namen
B
De Romeinen geloofden net als de Grieken in meerdere goden

Slide 15 - Quiz

lees het stukje hierboven

Slide 16 - Slide

Was men in het Romeinse rijk ook vrij om in Egyptische goden te geloven?
A
Ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Schrijf hier zo precies mogelijk op wat de begrippen tolerantie en godsdienstvrijheid betekenen. Zie begrippenlijst 3.2.

Slide 18 - Open question

Wat is juist?
A
De Romeinen stonden andere culturen en meningen toe, maar men moest wel de keizer en staatsgoden eren.
B
De Romeinen stonden andere meningen en culturen niet toe.
C
De Romeinen stonden andere culturen en meningen zonder enige voorwaarde toe
D
De Romeinen stonden alleen andere meningen toe en geen andere culturen.

Slide 19 - Quiz

Lees vaardigheid 3 hierboven. Deze staat ook op blz. 108 uit je leesboek.

Slide 20 - Slide

Bron 12 op blz. 44 is een...
A
mondelinge bron
B
audiovisuele bron
C
schriftelijke bron
D
visuele bron

Slide 21 - Quiz

Het verhaal van Spartacus op blz. 45 is een...
A
mondelinge bron
B
audiovisuele bron
C
schriftelijke bron
D
visuele bron

Slide 22 - Quiz

Bron 10 op blz. 43 is een...
A
mondelinge bron
B
audiovisuele bron
C
schriftelijke bron
D
visuele bron

Slide 23 - Quiz

Het filmpje die je hebt bekeken over slaven in Rome is een...
A
mondelinge bron
B
audiovisuele bron
C
schriftelijke bron
D
visuele bron

Slide 24 - Quiz