This lesson contains 36 slides, with text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
les 2: 1 c 1 d
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Programma 10-9 2024
-Taal
-website?
-boekkeuze
Slide 6 - Slide
maken.wikiwijs.nl
Slide 7 - Link
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Programma 6-9 2024
-Taal
-website?
-boekkeuze
Slide 10 - Slide
Fijne dag!!!
Slide 11 - Slide
Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het neit uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgoen wllikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gwoeon lzeen wat er saatt. Dit kmot odmat we neit ekle ltteer op zcih lzeen maar het wrood als gheeel
Giedlewg he!
Slide 12 - Slide
jan.liebregts.eu
Slide 13 - Link
Moedertaal
Moedertaal =
Tweede taal =
Vreemde taal =
Slide 14 - Slide
Moedertaal
Moedertaal = De taal waarin je hebt leren spreken vanaf je geboorte (voor ons Nederlands)
Tweede taal = De taal die je er later bijleert en bijna net zo goed spreekt als je moedertaal (Turks, Marokkaans, Engels, Duits enz. ouders spreken ook een andere taal met je)
Vreemde taal = (buitenlandse taal) die je later leert spreken (Frans, Engels, Duits, Spaans, je leert het bijvoorbeeld op school).
Slide 15 - Slide
1C
Pak je boek:
Bladzijde 90, 91 opdracht 1,2,3,4
Slide 16 - Slide
Pak je boek erbij
Bladzijde
Slide 17 - Slide
Video t/h
Slide 18 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 19 - Link
Taal uit de buurt
Streektaal dialect: taal van een bepaalde streek of plaats,die anders is dan de Standaardtaal.
Rijkstaal: door de rijksoverheid een officieel erkende taal.
Slide 20 - Slide
Allemaal dialecten video
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Video voor t-h (methode)
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Maak de opdrachten
Opdrachten op bladzijde 92, 93.
Slide 27 - Slide
Stappenplan
1. inloggen
2.https://niveautest-12-15.jeugdbibliotheek.nl/
3. Doe de test.
4. Zit er een boek bij dat je leuk vindt?
5. Kijk anders op: boek op onderwerp
6. Schrijf de titel van je boek op in je agenda. Aan de binnenkant van je kaft.
Slide 28 - Slide
Programma
-Wie ben ik?
-Waarom het vak Nederlands?
-Het ontstaan van het alfabet (Wikiwijs introductieopdracht 1).
-Je eigen alfabet maken (Wikiwijs introductieopdracht 2).