Cellen, voortplanting en biodiversiteit

Cellen, voortplanting en biodiversiteit

Leerdoelen:

Je kunt uitleggen hoe cellen en voortplanting essentieel zijn voor het voortbestaan van soorten.

Je kunt de relatie leggen tussen celdelingen en de groei en ontwikkeling van organismen.

Je kunt de gevolgen van het verlies van biodiversiteit voor voortplanting en het voortbestaan van soorten beschrijven.

Je kunt de begrippen cel, celdeling (mitose en meiose), geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting, chromosomen en bevruchting toepassen in voorbeelden.

Wat zijn cellen?

De meest fundamentele bouwsteen van het leven. 

Wat het leven is daar bestaat geen eenduidige definitie voor, maar we herkennen het leven aan negen levenskenmerken:

- ademen

- voeden

- uitscheiden

- reageren op prikkels

- bewegen

- groeien

- ontwikkelen

- voortplanten

Er bestaan eencellige en meercellige organismen. Een cellige organismen hebben geen weefsels en organen. Meercellige organismen hebben wel weefsels en organen doordat er celdifferentiatie plaatsvindt. Cellen krijgen een specifieke vorm en functie. Twee of meer cellen met dezelfde vorm en functie vormen weefsels en twee of meerdere weefseels vormen organen die gespecialiseerd zijn om een van de taken van de levenskenmerken uit te voeren.

Benoem zoveel als mogelijk levenskenmerken.

Wat hebben cellen van planten wat dierlijke cellen niet hebben?

Benoem twee soorten celdelingen?

Mitose (gewone celdeling)

Meiose (reductiedeling)

Wat is het verschil tussen mitose en meiose?

Wat is het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting?

Alle bacteriën zijn eencellig en voortplanting gebeurd door middel van binaire deling. Eencellige schimmels, zoals gist, zorgen voor nakomelingen door middel van knopvorming. 

Planten kunnen zich ook ongeslachtelijke voortplanten. Kun je een van de manieren benoemen?

Uitlopers

Wortelstok

Bollen

Stekken

Knollen

Wat zijn chromosomen en wat is hun functie bij mitose en meiose?

Wat is bevruchting?

Verbindingen

• Celdeling en groei: Mitose zorgt voor groei van organismen.
• Celdeling en herstel: Mitose herstelt beschadigde weefsels.
• Meiose en geslachtelijke voortplanting: Meiose produceert geslachtscellen die nodig zijn voor bevruchting.
• Voortplanting en biodiversiteit: Voortplanting zorgt voor genetische variatie en daarmee voor biodiversiteit.
• Chromosomen en erfelijkheid: Chromosomen dragen de erfelijke informatie.
• Bevruchting en nieuwe individuen: Bij bevruchting versmelten de chromosomen van een eicel en een spermacel, waardoor een nieuw individu ontstaat.

Waarom is genetische variatie belangrjik?

02:41

Schrijf de fasen van de celdeling in het schrift...

PMAT

Profase

Metafase

Anafase

Telofase

In de fase van cytokinese wordt er een insnoering gerealliseerd en nieuwe celmemebranen gevormd zodat er twee cellen ontstaan. 

03:10

04:45

Wat betekent het begrip is het verschil tussen een 'haploïde' en 'diploïde" cel?