14. Formuleren - variatie in zinsopbouw

H2 Variatie in zinsopbouw
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H2 Variatie in zinsopbouw

Slide 1 - Slide

Herhaling Spelling 
Tussenletters in samenstellingen.

Slide 2 - Slide

arm+lui
A
armelui
B
armenlui
C
armlui

Slide 3 - Quiz

zon+stelsel
A
zonnestelsel
B
zonnenstelsel
C
zonstelsel

Slide 4 - Quiz

station+plein
A
stationplein
B
stationsplein

Slide 5 - Quiz

mening+verschil
A
meningverschil
B
meningsverschil

Slide 6 - Quiz

meisje+fiets
A
meisjefiets
B
meisjesfiets

Slide 7 - Quiz

zaak+man
A
zaakman
B
zakeman
C
zakenman

Slide 8 - Quiz

kat+bak
A
katbak
B
kattebak
C
kattenbak
D
kattensbak

Slide 9 - Quiz

Seconde+wijzer

Slide 10 - Open question

Bejaarde+flat

Slide 11 - Open question

tarwe+bloem

Slide 12 - Open question

peer+sap
A
peersap
B
perensap
C
peresap

Slide 13 - Quiz

Breken+been
A
breekbeen
B
brekenbeen
C
brekebeen

Slide 14 - Quiz

hebben+ding
A
hebbeding
B
hebbending
C
hebding

Slide 15 - Quiz

Lesdoel
  • Ik kan mijn tekst aantrekkelijker maken door te variëren in zinsopbouw.

Slide 16 - Slide

Groep 1
Groep 2
Mijn broer geeft zijn vriendin elk jaar voor haar verjaardag een roos.
Elk jaar geeft mijn broer zijn vriendin voor haar verjaardag een roos.
Op haar zeventiende verjaardag is hij daarmee begonnen
Hij is daarmee begonnen op haar zeventiende verjaardag

Slide 17 - Drag question

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk
Variatie in zinsopbouw

Slide 18 - Slide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk
Variatie in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 19 - Slide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk
POA: Maak ik mijn huiswerk?
Zo varieer je in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 20 - Slide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk.
POA: Maak ik mijn huiswerk?
APO: Mijn huiswerk maak ik.
Variatie in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 21 - Slide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk
POA: Maak ik mijn huiswerk?
OP: Ik eet
Variatie in zinsopbouw
persoonvorm
onderwerp

Slide 22 - Slide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk
POA: Maak ik mijn huiswerk?
PA: Maak je huiswerk!
Variatie in zinsopbouw
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 23 - Slide

Welke opbouw heeft deze zin:

De opdrachten zijn nog lang niet af
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 24 - Quiz

Welke opbouw heeft deze zin:
In de les heeft niet elke leerling iets gedaan.
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 25 - Quiz

Welke opbouw heeft deze zin:

Vergeet je je huiswerk niet te maken?
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 26 - Quiz

Welke opbouw heeft deze zin:

Schrijf nu het antwoord op!
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 27 - Quiz