Vitale functies De Hartslag

vitale parameters
vitale functies
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

vitale parameters
vitale functies

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vitale functies
bewustzijn
ademhaling
Circulatie
Temperatuur
luchtweg

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De vitale functies zijn belangrijk om
A
De veiligheid van de patiënt te waarborgen
B
Complicaties te kunnen voorkomen
C
inzichtelijk te maken hoe het met de patiënt gaat
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hevig benauwd tref je een zorgvrager aan plat liggend in bed. Wat doe je?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Een normale Ademhalings
Frequentie
A
32-36 p/m
B
12-18 p/m
C
18-20 p/m
D
0-12 p/m

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Ademhaling
Ademhaling bestaat uit inspiratie (inademing) en expiratie (uitademing), in normale toestand een regelmatig verloop.

Ademhalingscentrum bevindt zich in de hersenstam. 
Er zijn verschillende aandoeningen die dit kunnen beïnvloeden waardoor het ademritme kan veranderen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ademhaling

Frequentie (30 sec, tellen, x 2 = ah/min.)
Je kijkt naar:
  • Diepte en gelijkmatigheid
  • Ritme of regelmaat
  • Geluid
  • Kleur van de zorgvrager

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Normale ademhaling:​

  • 14-18 maal per minuut​
  • Diepte steeds gelijk​
  • Regelmatige pauzes tussen de ademhalingen die even lang duren​
  • Ademhaling niet hoorbaar​
  • Goede doorbloeding huid zonder verkleuringen aan vingertoppen, neus, lippen​




Afwijkende ademhaling:​

  • Ademfrequentie verhoogd of verlaagd​
  • Oppervlakkig, heel diep of ongelijkmatig​
  • Pauzes zijn onregelmatig en wisselend​
  • Snurkend, hijgend, rochelend, piepend​
  • Blauwe lippen en vingertoppen (cyanotisch), neus spits en wit​




Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Terminologie
Apneu: afwezigheid van ademhaling.

Dyspneu: benauwdheid.
Hyperventilatie: overademhaling. Dat wil zeggen dat de zorgvrager langdurig te diep ademhaalt. 
Kussmaulademhaling: zeer diepe, ononderbroken en regelmatige ademhaling bij diabetes.
Cheyne-stokesademhaling: de diepte van de ademhaling neemt eerst toe, neemt daarna af en stopt dan even, bij stervende zorgvragers. 






Slide 10 - Slide

This item has no instructions

vervolg
Zuchtende ademhaling: regelmatige ademhaling met af en toe een zucht, bij kinderen normaal, bij volwassenen met hersenbeschadiging.

Gasping: diepe inademing waarbij alle hulpademhalingsspieren worden aangespannen, het hoofd achterover wordt geworpen, de onderkaak naar beneden zakt en de mond openstaat. De uitademing gebeurt volledig passief. Bij stervenden.
Atactische ademhaling: volledig onregelmatige ademhaling wat betreft diepte en frequentie. Bij slaapmiddelvergiftiging, ontwaken uit narcose, bij hersentumor.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ademhaling meten 
Bij het opnemen van de ademhalingsfrequentie kun je gebruikmaken van een:
  • polsteller
  • secondewijzer op een horloge
  • secondewijzer op een klok
  • stopwatch (mobiel)

Slide 12 - Slide

Als je de ademhaling telt, moet je dat zo ongemerkt mogelijk doen, om te voorkomen dat de zorgvrager op een andere manier gaat ademhalen.
Bij het tellen van de ademhaling houd je de pols vast op de borst van de zorgvrager, zodat je ook de beweging van de in- en uitademing voelt.

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Hartslag
Een hartslag is het aantal keer per minuut dat het hart samenknijpt, oftewel bloed rondpompt door het lichaam.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Normale hartslag
  • Volwassenen 60-90 pm
  • Regelmatig
  • Goed voelbare hartslag aan de pols

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Termen
Hartfrequentie= hartslag

Bradycardie= te langzame hartslag (onder de 60)

Tachycardie= Te snelle hartslag (boven de 100)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Op welke plaatsen kan je een pols tellen?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Hoe tel je de pols?
A
1 minuut voelen
B
15 seconden en dan x4
C
10 seconden en dan x6
D
met je telefoon

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Observeren polsslag
Frequentie
Ritme
Gelijkmatigheid
Spanning en volume

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Waarom is rapporteren zo belangrijk?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Samenvatting
Hartfrequentie
Meerdere plekken waar je deze kan voelen/meten
Je let op: frequentie,ritme, gelijkmatigheid en of de pols goed gevuld aanvoelt.

Rapporteer dit allemaal zorgvuldig!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

wat is een hartslag?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions