This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Zorgen ervoor dat
woorden, zinnen en alinea's
iets met elkaar te maken hebben.
Aan een
signaalwoord
zie je met
welk tekstverband
je te maken hebt.
Dat signaalwoord zegt dus eigenlijk: 'Let op! Je hebt te maken met een tekstverband!'
Als je het signaalwoord hebt gevonden, weet je welk tekstverband daarbij hoort.
Als je weet wat het tekstverband is, kun je de tekst beter begrijpen.
VOORBEELD OPSOMMING
herken je aan signaalwoorden zoals: