1) Kies iemand om aan de opdrachten van Nieuwsbegrip te werken.
2) Bekijk samen de titel, tussenkopjes en de afbeeldingen.
3) Lees om de beurt een alinea.
4) Maak de opdrachten die horen bij het onderdeel Woordenschat.
Klaar? Lezen in je leesboek of werken aan je presentatie.