Les over gedichten

Gedichten
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Gedichten

Slide 1 - Slide

Zoenen

Slide 2 - Slide

2

Slide 3 - Video

01:21
Voor zoenen geldt:
oefening baart kunst.
Oefening baart kunst = door veel te oefenen word je er beter in.
A
Eens
B
Oneens

Slide 4 - Quiz

01:21
Over zoenen moet je niet praten,
dat moet je doen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 5 - Quiz

Zoenen doe je privé,
niet in het openbaar
A
Eens
B
Oneens

Slide 6 - Quiz

Ouders moeten elkaar niet zoenen waar hun kinderen bij zijn.
A
Eens
B
Oneens

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wat vind je van de titel?

Slide 9 - Slide

In de eerste regel staat:
Nu gaan we dus zoenen.
Wat betekent het woordje 'dus'?
A
Eindelijk, het werd tijd.
B
Als kroon op onze liefde.
C
Zoals we eerder besloten hebben.
D
Een logische stap in onze relatie.

Slide 10 - Quiz

Zeg in je eigen woorden:
'Anders staan we hier straks '
te sterven van ouderdom

Slide 11 - Open question

Dit gedicht heeft drie strofes

Slide 12 - Slide

Dit gedicht heeft drie strofes
Waarom staat de laatste strofe tussen haakjes?

Slide 13 - Slide

Gaan ze nog zoenen in de pauze?

Slide 14 - Mind map

Enjambement
Als in een gedicht een regel wordt afgebroken op een plaats waar juist geen pauze valt en doorloopt op een volgende versregel, noemen we dat een enjambement.

Slide 15 - Slide

Enjambement
Na welke regel loopt de zin eigenlijk door?
Dus waar zie je een enjambement?

Slide 16 - Slide

In welke regels staat een enjambement?

Slide 17 - Open question

Beeldspraak
Om iets op een originele, verrassende manier te zeggen, gebruikt een dichter vaak beeldspraak: 

hij bedenkt een beeld om iets uit te drukken.


Slide 18 - Slide

Het is ijskoud
En je woorden maken wolkjes in de lucht
Een rilling loopt een rondje op m'n rug
Als je zegt dat jij niet langer van mij houdt
Wat doe jij nou?
Kunnen we een seconde terug?
Kunnen we een seconde terug?
Waarom maak je alles stuk?
Je zegt dat je niet langer van mij houdt
Wat doe jij nou?
Waarom zou je dat doen?
Ik zou je nooit zo laten staan
En je ten onder laten gaan
Zomaar een streep door ons verhaal
Waarom zou je dat doen?
Het is net of ik tegen een muur praat
Doe ten minste alsof
We zouden toch voor elkaar door het vuur gaan?
Maar je maakt me kapot
Waarom zou je dat doen?
Het is net of ik tegen een muur praat
Doe ten minste alsof
We zouden toch voor elkaar door het vuur gaan?

Stoppen op 1:28

Slide 19 - Slide

Het is ijskoud
En je woorden maken wolkjes in de lucht
Een rilling loopt een rondje op m'n rug
Als je zegt dat jij niet langer van mij houdt
Wat doe jij nou?
Kunnen we een seconde terug?
Kunnen we een seconde terug?
Waarom maak je alles stuk?
Je zegt dat je niet langer van mij houdt
Wat doe jij nou?
Waarom zou je dat doen?
Ik zou je nooit zo laten staan
En je ten onder laten gaan
Zomaar een streep door ons verhaal
Waarom zou je dat doen?
Het is net of ik tegen een muur praat
Doe ten minste alsof
We zouden toch voor elkaar door het vuur gaan?
Maar je maakt me kapot
Waarom zou je dat doen?
Het is net of ik tegen een muur praat
Doe ten minste alsof
We zouden toch voor elkaar door het vuur gaan?








Wat betekenen deze beeldspraken?

Slide 20 - Slide

Personificatie
Een veel voorkomende vorm van beeldspraak is personificatie:
Een voorwerp, plant of dier krijgt menselijke kenmerken.

Bijvoorbeeld:
  • Papier is geduldig.
  • Op elke straathoek loert gevaar.
  • De wind speelt met de wuivende rietpluimen

Slide 21 - Slide

Welke zin uit het lied van Nielson bevat een personificatie?
A
Het is ijskoud.
B
Een rilling loopt een rondje op m'n rug.
C
Kunnen we een seconde terug?
D
Je zegt dat je niet langer van mij houdt.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Personificatie
'Mijn woorden zitten' is een
personificatie, want woorden zijn
dingen die een menselijke 
eigenschap overnemen.

Slide 24 - Slide