BSM H3.3

BSM H3.3
Bewegen en samenleving 
Waarom doen mensen aan sport? 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BsmMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BSM H3.3
Bewegen en samenleving 
Waarom doen mensen aan sport? 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Motieven om te sporten 
Intrinsiek: 
Verlangen komt vanuit de persoon.  

Extrinsiek:
Drijfveren/motieven van buiten de persoon.  

Geef een voorbeeld van een extrinsiek motief. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Factoren waarom mensen wel of niet gaan sporten:

Sociale omgeving
Tijdsinvestering
Maximaal presteren
Gezelligheid
Binnen of buiten
Zoeken naar spanning of avontuur
De kosten; bijvoorbeeld zeilen.

Slide 3 - Slide

Sociale omgeving: referentiekaders van mensen. Hockey betreft een andere doelgroep dan boksen.

 
Tijdsinvestering: Welke tijd wil jij vrij maken? Ben je bereid dat op vaste momenten te doen of wil je je tijd zelf kunnen indelen. 

Maximaal presteren: Wil je een bepaald doel bereiken? De marathon lopen of kampioen worden, of beweeg je voor je plezier en voor je gezondheid. 

Gezelligheid: socialisering is hier het doel.
Binnen of buiten
Zoeken naar spanning of avontuur
De kosten; bijvoorbeeld zeilen.

Omgevingsfactoren 
Omgeving speelt een rol in de keuze om te gaan sporten: Tot welke groep behoor je?
Democratiserende functie van sport: het afbreken van machtsverhoudingen en klassenverschillen door sport. – is dit ook echt zo?
Jullie mening?
Lees de kanttekening: sport verbroedert (p.243).


Slide 4 - Slide

Voetbal was een eeuw geleden een elitesport. Nu is het een volkssport die door alle lagen van de bevolking wordt beoefend. In sportbroek ziet een directeur er hetzelfde uit als een werknemer. Zo kan sport een drempelverlagende functie hebben in de onderlinge omgang.
Afkomst 
Immigranten maakt de samenstelling bevolking en sport divers.
Sport – verbroedering bevolking
Nederlanders van allochtonen afkomst hebben voornamelijk voorkeur voor voetbal, vechtsporten en atletiek.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Geslacht 
Enkele sporten alleen voor vrouwen of voor mannen. Honkbal en ritmische gymnastiek.
Sinds (relatief) kort beoefenen vrouwen ook topsport.
Mannen en vrouwen hebben vaak aparte wedstrijden door fysieke verschillen.
Media zijn voornamelijk op mannensporten gericht.
Wimbledon – prijzengeld gelijk.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke factoren 
De rol van leeftijd
Jonge kinderen bewegen vaak automatisch genoeg. Wetenschap: door goed te leren bewegen worden ook andere functies verbeterd (zie boek).
Oudere kinderen: ouders, vriendjes, broers of zussen.
Pubers: scooter, baantjes, uitgaan, relatie. Doelstelling om te sporten verandert vaak. Six pack op het strand in Mallorca ;).
Categorie twintigers: tijd vrijmaken door drukke leven.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De rol van leeftijd (vervolg): 
De invloed van ouder worden, op het bewegingsapparaat.
Fysieke mogelijkheden belangrijk om goed te functioneren in samenleving.
Toename (beweeg) ontwikkelingen op het gebied van ouder worden.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Meer bewegen voor ouderen. 
Bejaardengymnastiek en ouderensporten wordt door de politiek breed gedragen.
   
Sport vergroot de zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

Waarom is dit voor de politiek 
zo belangrijk? 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Mogelijke toetsvragen 
- Noem 3 factoren waarom mensen wel of niet gaan sporten en geef bij elke factor een voorbeeld?
- Leg uit waarom sport bij zou kunnen dragen aan integratie?
- Gegeven: jonge kinderen die veel bewegen hebben in hun latere leven hier profijt van. Leg dit gegeven uit?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions