What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Naamvallen GT - les 2
Naamvallen - les 2
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Naamvallen - les 2
Slide 1 - Slide
Leerdoelen deze les:
* Je weet hoe je moet ontleden
* Je weet welke naamvallen je moet kennen
* Je weet wanneer je welke naamval gebruikt
Slide 2 - Slide
Hoe zat het ook weer?
Jullie moeten 3 naamvallen kennen:
de eerste naamval
de derde naamval
de vierde naamval
Even een korte opfristest
Slide 3 - Slide
Welk zinsdeel staat in de eerste naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
persoonsvorm
Slide 4 - Quiz
Welk zinsdeel staat in de 3e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
persoonsvorm
Slide 5 - Quiz
Welk zinsdeel staat in de 4e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
persoonsvorm
Slide 6 - Quiz
Volgorde van ontleden bij Duits:
1e naamval = onderwerp
hulpvraag: ...?
4e naamval = lijdend voorwerp
hulpvraag: ...?
3e naamval = meewerkend voorwerp
hulpvraag: ...?
Slide 7 - Slide
Volgorde van ontleden bij Duits:
1e naamval = onderwerp
wie / wat + persoonsvorm?
4e naamval = lijdend voorwerp
wie/wat + gezegde + onderwerp
3e naamval = meewerkend voorwerp
aan / voor wie of wat?
Slide 8 - Slide
stappenplan
stap 1
onderstreep het zelfstandig naamwoord en zet erbij
of het m / v / o / mv is
stap 2
zoek het onderwerp --> 1e naamval
stap 3
zoek (eventueel) het lijdend voorwerp --> 4e naamval
stap 4
zoek (eventueel) het meewerkend voorwerp --> 3e naamval
Slide 9 - Slide
OPDRACHT:
onderstreep de zelfstandige naamwoorden en zet erbi j m/v/o/mv
zet de naamval erbij (onderwerp = 1, lijdend vw = 4, meew vw = 3)
VERBETER JE FOUTEN!
1 Der Arzt trägt eine Jacke.
2 Der Lehrer erzählt den Jugendlichen die Lösungen
3 Der Bäcker backt täglich unser Brot
4 Hat der Junge schon ein Praktikum gemacht?
5 Meine Schule liegt in Sittard
Slide 10 - Slide
Dan gaan we nu oefenen
Schrijf de volgende zinnen
over in je schrift.
In welke naamval staat het onderstreepte zinsdeel?
Slide 11 - Slide
Beispiel [voorbeeld]
Der Junge
lernt neue Wörter.
Der Junge = onderwerp (Wie leert?), dus 1e naamval
Slide 12 - Slide
In welke naamval staat het onderstreepte zinsdeel?
Ich gebe
meiner Mutter
einen Kuss.
meiner Mutter =
Slide 13 - Slide
In welke naamval staat het onderstreepte zinsdeel?
Gestern hat der Lehrer sich
ein neues Auto
gekauft.
ein neues Auto =
Slide 14 - Slide
In welke naamval staan de onderstreepte zinsdelen?
Unsere Direktorin
isst gerne
einen Apfel
.
unsere Direktorin =
einen Apfel =
Slide 15 - Slide
In welke naamval staan de onderstreepte zinsdelen?
Schreibst du
deinen Eltern
eine Karte
aus Berlin?
deinen Eltern =
eine Karte =
Slide 16 - Slide
Ik weet welk zinsdeel in welke naamval staat
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 17 - Poll
Ik weet hoe ik moet ontleden om het onderwerp, lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp moet vinden
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 18 - Poll
zelfstandig leren
leren
Wörterliste A+B --> woorden schrijven!!
N-D/D-N - blz 40
aantekening naamvallen
Slide 19 - Slide
Bis nächstes Mal!
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Naamvallen GT - les 2
November 2022
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Kapitel 3: Grammatik ontleden deel 1
January 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Kapitel 3: Grammatik ontleden
January 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Ontleden + naamvallen
November 2024
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3VWO naamvallen!
November 2024
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Havo 3 naamvallen
November 2024
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Kapitel 3 - Lektion 1 (3)
February 2021
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2A: Ontleden en naamvallen
February 2023
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2