Les 1 - zin, woord, letter

Zin, woord, letter
Les 1 - eenvoudige basisgrammatica NT2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zin, woord, letter
Les 1 - eenvoudige basisgrammatica NT2

Slide 1 - Slide

Zinnen:
De docent staat voor de klas.


De cursist zit op een stoel. 


Een zin bestaat uit zinsdelen. 

Slide 2 - Slide

Zinnen:
De docent staat voor de klas.
De docent/ staat/ voor de klas. 

De cursist zit op een stoel.
De cursist/ zit/ op een stoel. 
 
Een zin bestaat uit zinsdelen

Slide 3 - Slide

Een zin bestaat uit woorden:

de docent                                 een stoel 
de cursist                                  de klas
staat
zit
voor
op

Slide 4 - Slide

Hoeveel woorden?
Egor en Sena zitten naast elkaar.

Slide 5 - Open question

Hoeveel woorden?
Peter leest het boek.

Slide 6 - Open question

Hoeveel woorden?
Het is erg moeilijk voor leerlingen om de Nederlandse taal te leren.

Slide 7 - Open question

Letters van het alfabet

Klinkers en medeklinkers:

Klinkers: a en e
> schrijf 2 andere klinkers op.
Medeklinkers: b, c, d, g en f.
> schrijf 5 andere medeklinkers op. 

Slide 8 - Slide

De leerling stelt een vraag
A
letter
B
woord
C
zin

Slide 9 - Quiz

m
A
letter
B
woord
C
zin

Slide 10 - Quiz

boek
A
letter
B
woord
C
zin

Slide 11 - Quiz

Oefeningen
Maak oefening 1, 2, 3 en 4. 

Schrijf de antwoorden in je schrift. 

Slide 12 - Slide

Wat is dit?
n

Slide 13 - Open question

Wat is dit?
klas

Slide 14 - Open question

Hoeveel woorden?
Sommige leerlingen vinden vis lekkerder dan andere leerlingen.

A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 15 - Quiz

Hoeveel letters?

De komkommer
A
8
B
9
C
10
D
11

Slide 16 - Quiz

De les zin, woord, letter is:
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll