Tl2 - formuleren hoofdstuk 3 en 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Verwijswoorden

Lesdoel:

Ik kan verwijswoorden op een goede manier gebruiken 

Wat is de ergste miskoop die je ooit hebt gedaan? Waarom was het een miskoop en wat heb je ermee gedaan? Let op: je mag de naam van wat je gekocht hebt maar 1x gebruiken.

Hoe heb je dit opgelost?

Verwijswoorden

Sem gaat niet naar school. Sem moet thuisblijven. Sem wil het coronavirus niet oplopen. En Sem wil het coronavirus ook niet verspreiden. Daarom gaat Sem niet naar school. 

Hoe kunnen we dit tekstje beter leesbaar maken?

Welk verwijswoord kun je gebruiken om naar het woord 'kat' te verwijzen?

1. die, deze
2. dat, dit

Welk verwijswoord kun je gebruiken om naar het woord 'katje' te verwijzen?

1. die, deze
2. dat, dit

Mijn vriendin, waarmee ik zou gaan shoppen, is ziek

1. juist
2. fout

Het is natuurlijk 'met wie'

Mijn vriendin = een persoon. 

Fifa20 is een PS4-spel die net uitgekomen is

1. juist
2. fout

Fifa20 is een spel dat net uitgekomen is

Het spel -> dat

Wij krijgen een kat ... uit het dierenasiel komt

1. dat
2. die

Het paard .... ik naar de wedstrijd ga, is bruin

1. met wie
2. waarmee

Lucas kreeg een handtekening van de zanger .... hij fan is

1. van wie
2. waarvan

Mijn buurjongen is iemand ... ik graag voetbal op straat

1. waarmee
2. met wie

Ik eet het liefst melkchocola, ... vind ik lekkerder dan pure.

1. dat
2. die

Ken jij mijn buurjongen?.... komt volgend jaar bij ons op school.

1. Dat
2. die

Lesdoel: ik kan verwijswoorden op de juiste manier gebruiken. Leg in je eigen woorden uit wat we vandaag geleerd hebben.