Herhaling woordsoorten

Goedemorgen
5 minuten werken in het werkboek. Maak opdracht 2. 
Kijk opdracht 1 en 2 na. Zie laatste blz van het boekje.
timer
5:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen
5 minuten werken in het werkboek. Maak opdracht 2. 
Kijk opdracht 1 en 2 na. Zie laatste blz van het boekje.
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Herhaling woordsoorten
- lidwoorden
- zelfstandige naamwoorden
- (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden

Slide 2 - Slide

lidwoorden
blw = de - het
olw = een

Slide 3 - Slide

Wat is het woordje 'de' in deze zin:
De jongen deed goed zijn best.
A
BLW
B
OLW
C
ZN
D
Geen van alle

Slide 4 - Quiz

Wat is 'het' in deze zin:
Het hondje ging braaf met zijn baasje mee.
A
BLW
B
OLW
C
ZN
D
Geen van deze

Slide 5 - Quiz

De site van de school lag er uren uit.
A
de = blw
B
de = olw

Slide 6 - Quiz

Ik heb zin in de zomervakantie.
A
de = olw
B
de = blw

Slide 7 - Quiz

Benoem het onderstreepte woord.

Op de tafel stond een mooie bos bloemen. 
A
blw
B
olw
C
bn
D
vz

Slide 8 - Quiz

zn en st.bn
zn = mens, dier, plant, ding of gevoel. 
Bijvoeglijk naamwoord = zegt iets over het zn
St.bn = gouden, houten, stoffen, rieten. Zegt van welke stof 
het is gemaakt.

Slide 9 - Slide

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
Calvin
B
huis
C
praat
D
oplader

Slide 10 - Quiz

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
zijden
B
stoffen
C
Franse
D
aan

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
roepen
B
kleding
C
schaal
D
kerstkaart

Slide 12 - Quiz

'Veel ' en 'weinig' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over
A
een zelfstandig naamwoord
B
een werkwoord

Slide 13 - Quiz

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, fietsen, denken

Slide 14 - Quiz


Wat zijn de (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
leren

Slide 15 - Quiz

1. 'Veel ' en 'weinig' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over:
A
een zelfstandig naamwoord
B
een werkwoord
C
een lidwoord
D
een telwoord

Slide 16 - Quiz

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
rode
B
zachte
C
gouden
D
mooie

Slide 17 - Quiz

Welke 3 woordsoorten hebben we nu herhaald?

Slide 18 - Open question

Welk woordsoort vind je het lastigste?

Slide 19 - Open question

Aan de slag
https://www.cambiumned.nl/oefenen/grammatica/woordsoorten/
Maak de oefeningen waar je 1 * ziet. 
Of ga aan de slag met online trainen in je boek. Maak de oefeningen: lidwoorden, zelfstandige naamwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 20 - Slide