Samenvatting H1 taalverzorging

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Samenvatting taalverzorging H1

Leestekens in zinnen 

De docent schreeuwde dat iedereen zijn mond moest houden!

1. juist
2. onjuist

"Ga je ook mee naar de kroeg?" vroeg Joris.

1. juist
2. onjuist

Terwijl Jan op vakantie was heeft zijn broer zijn kamer opgeknapt.

1. juist
2. onjuist

Kevin zorg dat je op tijd bij de trein bent.

1. juist
2. onjuist

"Eigenlijk houd ik niet van bloemkool." zei Marieke.

1. juist
2. onjuist

Het is de vraag of we genoeg drinken hebben voor de hele groep.

1. juist
2. onjuist

Ik heb de volgende spullen gekocht: een pen, een potlood, een etui, en een klapper.

1. juist
2. onjuist

Hoofdletters

Zijn de hoofdletters in de volgende zinnen juist gebruikt?

Komende zomer gaan we naar Zweden op vakantie.

1. juist
2. onjuist

Net als vorige Herfst gaan we met alle klassen in de bossen wandelen.

1. juist
2. onjuist

200 Kinderen gaan op schoolreisje naar Texel dit jaar.

1. juist
2. onjuist

Morgen gaan de lessen van meneer van Dommelen niet door in verband met de sportdag.

1. juist
2. onjuist

Als het Pasen is, komt onze Amerikaanse vriend bij ons logeren.

1. juist
2. onjuist

Werkwoordspelling

Het schip (stranden) vorige week vrijdag voor de kust van Egypte.

1. strandden
2. strandde
3. stranden
4. strande

Wie heeft dat verhaal over mij aan jou (vertellen)?

1. vertelt
2. verteldt
3. verteld
4. vertellen

De luchtverfrisser (verspreiden) gisteren een typische geur.

Tijdens het hoogwater afgelopen jaar (klotsen) het water tegen de zijkanten van de huizen.

Deze app (berekenen) de gemiddeld gereden snelheid over een bepaalde afstand.

Toen ik nog thuis woonde, heb ik vroeger veel met mijn broer (kibbelen).

Vandaag (worden) de winnaar van de jackpot bekendgemaakt.

Op die (verbranden) stoel kon je niet meer zitten.

(Houden) jij meer van katten of van honden?

Congruentiefouten

Geef steeds aan of de zin juist of onjuist is gespeld. Kijk goed naar het getal van het onderwerp en de persoonsvorm.

De politici vergaderden vorige week vrijdag tot middernacht.

1. juist
2. onjuist

Een groep leerlingen hebben gisteren nog tot laat op het schoolplein rondgehangen.

1. juist
2. onjuist

Veertigduizend mensen bezocht het dancefeest in Arnhem.

1. juist
2. onjuist

Tijdens de voetbalwedstrijd begon een stel supporters enorm hard te joelen.

1. juist
2. onjuist

Vijftig pakken macaroni stonden klaar om mee te nemen naar het kamp.

1. juist
2. onjuist

Een school vissen zwemt in het aquarium.

1. juist
2. onjuist

Een groot aantal kinderen waren nog net op tijd op het station aanwezig.

1. juist
2. onjuist

Taalverzorging H2

Maak opdracht 1 t/m 7
Lees hiervoor zelf ook goed de theorie op bladzijde 66 door!