Verleden Tijd: Spelling van de persoonsvorm zwakke werkwoorden

Verleden Tijd: Spelling van de persoonsvorm van zwakke werkwoorden
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Verleden Tijd: Spelling van de persoonsvorm van zwakke werkwoorden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden correct spellen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm? Altijd een ...

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat is een persoonsvorm?
De persoonsvorm is het werkwoord in een zin.
Deze vind je door de zin vragend te maken of door de tijd te veranderen.

Ik speel graag buiten. > Speel ik graag buiten?
Ik speel graag buiten. > Wij spelen graag buiten. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke regel hoort erbij?

Ik VIND chocolade erg lekker
A
ik-vorm
B
ik-vorm + t
C
hele werkwoord

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke regel hoort erbij?

Wij BEGRIJPEN de vraag niet

A
ik-vorm
B
ik-vorm + t
C
hele werkwoord

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke regel hoort erbij?

Jij SNAPT het wel

A
ik-vorm
B
ik-vorm + t
C
hele werkwoord

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

ZWAKKE

werkwoorden


de klank blijft in de verleden tijd hetzelfde

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

STERKE

werkwoorden


zijn STERK genoeg om in de verleden tijd van klank te veranderen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

VOORBEELDEN

STERKE WERKWOORDEN


kopen - ik koop - ik kocht

lopen - ik loop - ik liep

geven - ik geef - ik gaf

kruipen - ik kruip - ik kroop

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Is
VERVEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Is
FIETSEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Is
SCHRIKKEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Is
BIJTEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden


In het enkelvoud: ik-vorm + te / ik-vorm + de


In het meervoud: ik-vorm + ten / ik-vorm + den

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

MAKEN
VT - Ik ..... mijn huiswerk
A
maakde
B
maakden
C
maakte
D
maakten

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

HALEN
VT - Jij ..... op tijd de finish
A
haalde
B
haalden
C
haalte
D
haalten

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

GRENZEN
VT - Het huis ..... aan het bos
A
grenste
B
grensten
C
grensde
D
grensden

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

doden
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap
A
dode
B
doden
C
doodde
D
doodden

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

liften
VT - De jongens ..... naar Frankrijk
A
lifte
B
liften
C
liftte
D
liftten

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

LEIDEN
VT - De gids ..... ons door de diepe grot
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
leidden

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Vul de juiste vorm in voor de persoonsvorm: De jongen (spelen) gisteren in de tuin.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Vul de juiste vorm in voor de persoonsvorm: De mannen (werken) vorige week in de tuin

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Vul de juiste vorm in voor de persoonsvorm verleden tijd: De kleuters (luisteren) goed naar de juf.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Vul de juiste vorm in voor de persoonsvorm in de verleden tijd: Ik (antwoorden) niet op die vraag.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Maak een werkwoordenlijst van vijf zwakke werkwoorden die nog niet zijn gebruikt in deze les. Zet de verleden tijd erachter.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 28 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.