Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Werkwoorden/TT groep 8
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BasisschoolGroep 7

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoorden/TT groep 8

Slide 1 - Slide

Waarom leren we werkwoordspelling?

Slide 2 - Mind map

Hoe kan je de persoonsvorm in een zin vinden?

Slide 3 - Mind map

Hoe kan je het onderwerp in een zin vinden?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Stappen
1. Lees de zin.
2. Zoek het onderwerp.
4. Zet de stappen in het schema en controleer.
3.Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?

Slide 6 - Slide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 7 - Slide

eten (TT)

De kinderen...............hun lunch snel op.
A
eten
B
eet
C
aten
D
at

Slide 8 - Quiz

rekenen (TT)

Ik...........de moeilijke som uit.
A
rekenen
B
reken
C
rekent
D
rekende

Slide 9 - Quiz

koken (TT)

Lotte..........een heerlijk gerecht.
A
kokt
B
kook
C
kookt
D
koken

Slide 10 - Quiz

zwemmen (TT)
Daan..........wel 100 baantjes in het bad.

Slide 11 - Open question

Lachen (TT)
......................jij zo hard om dat grapje?

Slide 12 - Open question

bouwen (TT)
De kleuter...................een prachtige toren.

Slide 13 - Open question

gymmen (TT)
De kinderen .........weer in De Rosmolen.

Slide 14 - Open question

worden (TT)
Oma.............met de taxi naar huis gebracht.

Slide 15 - Open question

zorgen (TT)
Juffrouw Anne...............goed voor Flugel en Bacardi.

Slide 16 - Open question

halen (TT)
Ik ..........boodschappen voor de buurvrouw.

Slide 17 - Open question

Goed geoefend!! Nu het dictee.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide