What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1c Nederlands perron 4
1c Nederlands perron 4
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
1c Nederlands perron 4
Slide 1 - Slide
Cijfers boekendoos
Goed gedaan!
Slide 2 - Slide
De les Nederlands
22 mei: toets perron 1 t/m 4 taalverzorging.
Leer het leerbriefje (denk ook aan de dicteewoorden) en leer de gele kaders uit je boek.
Perron 4 maken we deze weken nog af.
Slide 3 - Slide
Korte herhaling
Slide 4 - Slide
Perron 4
Je hebt al geleerd dat de persoonsvorm een vorm van het werkwoord is. De persoonsvorm past zich aan.
Ik
fiets
hard Ik
fietste
hard
Jij
fietst
hard Jan fietste hard
Wij
fietsen
hard Johan en Marijke
fietsten
hard
Slide 5 - Slide
De persoonsvorm vinden?
In perron 2 hebben we hier drie manieren voor geleerd.
1. Je maakt de zin vragend.
2. Je zet de zin in een andere tijd.
3. Je zet het onderwerp in het enkelvoud of het meervoud.
Als je weet hoe je de pv kunt vinden, moet je daarna de regels voor het schrijven van de persoonsvorm leren.
Slide 6 - Slide
De regels voor het schrijven
Elke persoonsvorm (pv) heeft in de tegenwoordige tijd 3 vormen.
Bijvoorbeeld: denk, denkt, denken
Er is een regel voor de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
Ik-vorm, Ik-vorm + t, ik-vorm + en
Slide 7 - Slide
De ik-vorm
Als je de ik-vorm van een werkwoord kent, weet je hoe je alle vormen moet schrijven.
Ik: loop, ren, fiets, zwem, speel, game, computer, skateboard, tennis, voetbal
Je gebruikt de ik-vorm als de 'ik' het onderwerp van de zin in.
Ik loop
naar huis. I
k wandel
graag.
Doe ik
de afwas vandaag?
Slide 8 - Slide
Ik-vorm + t
Je gebruikt de ik-vorm + t in alle enkelvoudsvormen in de tegenwoordige tijd.
Mijn vader loopt
naar huis.
Hij wandelt
graag.
Doet Michiel
de afwas vandaag? Of
doet Pieter
dat?
Fietst die leraar
naar school?
Het regent
alweer!
Slide 9 - Slide
Ik-vorm + en
Je gebruikt ik-vorm + en als het onderwerp in het meervoud staat.
Mijn ouders houden
van voetbal.
Wij gamen
liever.
Vinden jullie
dat leuk?
In de feestzaal bij de rotonde
drinken wij
meestal een sinas.
Slide 10 - Slide
Vragen?
Ik heb wel wat quizvragen voor jullie.
Slide 11 - Slide
De persoonsvorm is altijd....
A
een persoon
B
een werkwoord
Slide 12 - Quiz
De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd heeft hoe veel vormen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 13 - Quiz
De ik-vorm van denken is:
A
denk
B
denkt
C
denken
Slide 14 - Quiz
De ik-vorm + t van denken is
A
denk
B
denkt
C
denken
Slide 15 - Quiz
De ik-vorm + en van denken is
A
denk
B
denkt
C
denken
Slide 16 - Quiz
Welke van onderstaande persoonsvorm is geen ik-vorm?
A
Word
B
Verander
C
Reageer
D
Zit
Slide 17 - Quiz
Welk van onderstaande persoonsvormen is geen ik-vorm + t?
A
Verhuist
B
Luister
C
Duikt
D
Durft
Slide 18 - Quiz
Welk van onderstaande persoonsvormen is geen ik-vorm + en?
A
Branden
B
Houden
C
Schrijven
D
Verveel
Slide 19 - Quiz
Je gebruikt de ik-vorm + en als het onderwerp een .... is
A
Meervoud
B
Enkelvoud
Slide 20 - Quiz
Je gebruikt de ik-vorm als het onderwerp ... is
A
Ik
B
Enkelvoud
Slide 21 - Quiz
Je gebruikt de ik-vorm + t als het onderwerp ... is.
A
Enkelvoud
B
Een enkelvoudsvorm, behalve de 'ik'
C
Meervoud
Slide 22 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Ik vier mijn verjaardag volgende week.
A
Ik
B
vier
C
mijn verjaardag
D
week
Slide 23 - Quiz
A
Slide 24 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De docent gaat trakteren.
A
De docent
B
gaat
C
trakteren
Slide 25 - Quiz
Is de persoonsvorm in deze zin goed geschreven?
Het liefst krijgt Hanneke een lolly als bedankje.
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quiz
Is deze persoonsvorm goed geschreven?
Julian en Marrit twijfelt aan de keuze voor een cadeau.
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quiz
Ik-vorm, Ik-vorm +t, Ik-vorm + en.
Ik ga nu de opdrachten maken!
A
Ja
Slide 28 - Quiz
Maken
Perron 4 (blz. 56)
Maak opdracht: 5, 6, 9, 10 en 11
(we doen een deel gezamenlijk)
Klaar? Of wil je (thuis) extra oefenen. Dan kun je ook opdracht 1, 2, 3, 4 en 7 maken.
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Werkwoorden vervoegen
March 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Lesson with
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
persoonsvorm en onderwerp
May 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands - onderwerp/persoonsvorm
Secundair onderwijs
persoonsvorm en onderwerp
September 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Station taalverzorging vmk1 perron 4
June 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Zinsconstructie
November 2024
- Lesson with
23 slides
NT2
Secundair onderwijs
Station taalverzorging vbk1 perron 4
November 2022
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Station taalverzorging vbk1 perron 4
April 2022
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1