test woorden 1.5 kader 3

Woorden 1.5
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Woorden 1.5

Slide 1 - Slide

Lesdoel Nederlands woorden 1.5
- Je leert wat vaste voorzetsels zijn door de LessonUp en door de opdrachten te maken in het boek.
- Je leert door de opdrachten te maken strategieën om woorden te leren.

Slide 2 - Slide

Voorkennis

Voorkennis activeren met deze lessonUp.
Wat weet je al? 

Slide 3 - Slide

Wat betekent de ambitie?
A
de voortgang
B
de wil om iets te bereiken
C
hard werken
D
de nieuwe taak

Slide 4 - Quiz

Wat betekent beroepsoefenaar
A
de voortgang
B
de wil om iets te bereiken
C
Iemand die een bepaald beroep uitvoert
D
de nieuwe taak

Slide 5 - Quiz

Wat betekent carriëre?
A
de voortgang
B
de loopbaan
C
hard werken
D
iemand opvolgen

Slide 6 - Quiz

Geef een ander woord voor: de branche.

Slide 7 - Open question

Wat betekent de uitdrukking. In iemands voetsporen treden.
A
voetje voor voetje lopen
B
sporen zoeken
C
iemand opvolgen
D
de voortgang

Slide 8 - Quiz

Wat betekent de richtlijn volgen?
A
instructie voor wat je moet doen
B
grote liefde voor iets
C
de lijnen volgen
D
de vaardigheid

Slide 9 - Quiz

Wat betekent 'voldoening hebben?'
A
tevredenheid hebben
B
passie hebben
C
hard werken
D
iets volbrengen

Slide 10 - Quiz

Wat betekent het woord synoniem
A
letterlijke vertaling
B
tegenovergestelde van
C
ander woord voor

Slide 11 - Quiz

Maak een zin met het woord: loondienst

Slide 12 - Open question

vul aan:
ergens spijt...... hebben

Slide 13 - Open question

ik streef...... meer voldoening

Slide 14 - Open question

Ik kamp ..... spierpijn.

Slide 15 - Open question

wat is de tegenstelling van:
je een slag in de rondte werken.

Slide 16 - Open question