What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H7 en H8 2024
H7 en H8 2024
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H7 en H8 2024
Slide 1 - Slide
Wat is een grondwet?
A
Een wet waarin staat op grond waarvan een rechter iemand kan veroordelen.
B
Een wet waar de grondrechten van de Nederlanders in staan.
C
Een wet waarin staat hoe de overheid met de grond moet omgaan.
D
Een wet waarin de rechten en plichten van burger en bestuurder staan
Slide 2 - Quiz
Catharina de Grote van Rusland liet een museum bouwen in Moskou. Waarom is dit een voorbeeld van verlicht absolutisme?
Slide 3 - Open question
Welke uitleg hoort bij welk begrip?
natuurlijke rechten
rationeel optimisme
ancien régime
sociaal contract
verlicht absolutisme
Rechten die een mens vanaf zijn geboorte bezit en losstaan van de wetten die de overheid heeft ingesteld. Ze gelden voor iedereen en overal.
Een regeerwijze waarbij de vorst op absolute wijze regeert en streeft naar het bevorderen van het welzijn van het volk.
De bestuurlijke en sociale verhoudingen in de tijd van voor de Franse Revolutie, die werden gekenmerkt door een standensamenleving en absolutisme.
Denkbeeldig verdrag tussen de mensen onderling om een politieke samenleving of staat te vormen.
Het vertrouwen dat de samenleving beter en eerlijker kan worden door het gebruik van de ratio.
Slide 4 - Drag question
Wat is abolitionisme?
Wat is abolitionisme?
A
Mensen hebben recht om zichzelf te besturen
B
Het streven naar afschaffing van slavenhandel en slavernij
C
mannen en vrouwen hebben gelijke rechten
D
de koning moet afgezet worden
Slide 5 - Quiz
Wanneer wordt de slavernij afgeschaft?
A
1863
B
1888
C
1833
D
1850
Slide 6 - Quiz
Alles voor het volk, niets door het volk. Welk ka past daarbij?
A
Streven vorsten naar absolute macht
B
Verlicht denken en rationeel optimisme
C
Democratische revoluties
D
Verlicht absolutisme
Slide 7 - Quiz
In de ogen van conservatieven zorgde de democratische revoluties voor:
A
Chaos
B
Inspiratievolle ideeën
C
Vooruitgang voor emancipatie
D
Een eerlijke verdeling van de macht
Slide 8 - Quiz
Waarvoor zetten de liberalen zich in?
A
Voor zoveel mogelijk vrijheid
B
Dat Nederland een monarchie werd.
C
Voor een absolute monarchie.
D
Voor de erfenis van de democratische revoluties.
Slide 9 - Quiz
wat is restauratie
A
oude meubels herstellen
B
herstel van oude vorstenhuizen
C
pijn lijden
D
onzin verkope
Slide 10 - Quiz
welk jaartal hoort hier niet bij
A
1799
B
1804
C
1850
D
1813
Slide 11 - Quiz
Wat is modern imperialisme
A
grondstoffen en afzetmarkt
B
afzetmarkt, grondstoffen en bestuur
C
een groot rijk besturen
D
bestuur en grondstoffen
Slide 12 - Quiz
1
2
3
4
5
Heilstaat
Concentratie en cumulatie
Verelendung
Revolutie
Dictatuur van het proletariaat
Slide 13 - Drag question
Wie was de baas in Nederland in 1806
A
Lodewijk XIV
B
Willem van Oranje
C
Schimmelpenninck
D
Lodewijk Napoleon
Slide 14 - Quiz
Welk land is geen grote mogendheid
A
Italië
B
Pruisen
C
Rusland
D
Oostenrijk
Slide 15 - Quiz
Welk land wordt naast Nederland bij het Verenigd Koninkrijk gevoegd in 1813
A
Engeland
B
Denemarken
C
België
D
Rijnland-Westfalen
Slide 16 - Quiz
Wie stond aan de wieg van de grondwet van 1848
A
Thorbecke
B
Boerhaave
C
Rousseau
D
Locke
Slide 17 - Quiz
Schoolstrijd is?
A
strijd op school
B
strijd over wie de school betaald
C
strijd over wie de school verdedigd
D
strijd over wie er naar school mogen
Slide 18 - Quiz
Wat is modern imperialisme
A
grondstoffen en afzetmarkt
B
afzetmarkt, grondstoffen en bestuur
C
een groot rijk besturen
D
bestuur en grondstoffen
Slide 19 - Quiz
Wat is gevolg van de industriële revolutie?
A
Goedkopere producten
B
Slechte arbeidsomstandigheden
C
mensen trekken naar de stad voor werk
D
betere verbindingen tussen steden (meer wegen)
Slide 20 - Quiz
juist
onjuist
de sociale kwestie was een gevolg van de industrialisatie.
armoede was een nieuw verschijnsel in de 19e eeuw.
in 1900 was de sociale kwestie voor een groot deel opgelost.
de sociale wetten van na 1880 waren een gevolg van verzet tegen kinderarbeid
Slide 21 - Drag question
Zet de periodes op de juiste plek in de tijdlijn.
1800
1850
1900
1950
2000
economische crisis
Sociale kwestie
Tweede Wereldoorlog
opbouw verzorgingsstaat
wederopbouw
Slide 22 - Drag question
Communisme
A
revolutie
B
parlement
C
koning
D
anarchie
Slide 23 - Quiz
Socialisme
A
revolutie
B
parlement
C
koning
D
anarchie
Slide 24 - Quiz
Socialisme
Liberalisme
Fabrieks arbeiders
Fabrieksbazen
Grote rol overheid
Kleine rol overheid
Gelijkheid
Vrijheid
Sociale Kwestie
Slide 25 - Drag question
More lessons like this
H7 herhaling 2022
August 2022
- Lesson with
17 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Oefentoets VWO 5 - H7 en H8
October 2023
- Lesson with
25 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
herhaling ter voorbereiding 2
October 2021
- Lesson with
25 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
8.6 Het moderne imperialisme
March 2021
- Lesson with
36 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Tijdvak 7 + 8
September 2022
- Lesson with
28 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
KA 6, 7 en 8 oefenen
July 2022
- Lesson with
16 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Tijdvak 7 + 8 HAVO
June 2021
- Lesson with
33 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Tijdvak 7 + 8
June 2021
- Lesson with
36 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6