AFP les

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

AFP les 

Waar staat de A voor in AFP

1. Algemene kennis
2. Anatomie
3. Anamnese
4. Archeologie

Waar staat de F voor in AFP?

1. Fysiologie
2. Fysioloog
3. Fysiotherapeut
4. Fysiologisch

Waar staat de P voor in AFP?

1. Pathogeen
2. Piloot
3. Patheloog
4. Pathologie

Wat betekend terminaal?

1. Iemand overlijd aan een ziekte.
2. Iemand overleefd een ziekte.
3. Iemand krijgt medicijnen voor een ziekte.
4. Iemand verslechterd langzaam.

Wat is een latrogene ziekte?

1. Door een ongeluk ziek.
2. Lichamelijke klachten.
3. Geestelijk ziek.
4. Ziek worden door medisch handelen.

Wat is een feit over een ontsteking?

1. Gevolg van een infectie.
2. Gevolg van pus.
3. Kleine ziekmakende deeltjes.
4. Zijn dode rode bloecellen.

Wat zijn micro-organismen?

1. Witte bloedcellen die goed zijn voor je lichaam.
2. Rode bloedcellen.
3. Kleine deeltjes in je lichaam waar je ziek van word.
4. Bloedplaatjes.

Wat zijn leukocyten?

1. Weefsel.
2. Dode witte bloedcellen.
3. Rode bloedcellen.
4. Witte bloedcellen.

Wat is abces?

1. Infectie.
2. Hoeveelheid pus in een niet eerder gevulde holte.
3. Ontseking.
4. Bloedvergiftiging.

Wat is sepsis?

1. Slagaderverkalking.
2. Bacteriën.
3. Bloedvergiftiging.
4. Hersenvliesontsteking.

Wat zijn bacteriën?
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. eencellige organismen.
2. Commensaal en pathogeen.
3. Kun je met de ogen zien.
4. Langwerpig.

Wat zijn schimmels?

1. Groene draadjes.
2. Wormen.
3. Lange draden.
4. DNA.

Waar zitten bacteriën op je lichaam>

1. Neus,mond,huid,oren.
2. Neus,keel,ogen.
3. Mond,neus,huid,vagina,darmen.
4. Oksel,oren,neus.

Wat is bactericide?

1. Bacterie pijn vermindering.
2. Bacterie dodend.
3. Bacterie allergie.
4. Bacterie remmend.

Wat zijn antigenen?

1. Onderdeel van commensalen micro-organismen
2. Onderdeel van bactericide micro-organisme
3. Onderdeel van pathogene micro-organismen
4. Onderdeel van fagocytose micro-organismen

Wat is waar van antistoffen

1. worden geproduceerd als reactie op de antigenen
2. Laten ziektes binnen
3. Stoffen die ziekte niet laten binnendringen
4. Eten slechte stoffen op

Einde