10.3 Sterke spieren



Als je vlees eet, dan eet je vooral...
1 / 11
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson



Als je vlees eet, dan eet je vooral...

Slide 1 - Slide

10.3 Sterke spieren

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen
  • De anatomie van spieren
  • Hoe buig en strek je je arm
  • Spierpijn

Slide 3 - Slide

De anatomie van spieren
Pezen verbinden spieren met de botten

Slide 4 - Slide

De werking van spieren
• Om je arm te buigen, gebruik je de armbuigspier (biceps). Deze is dan gespannen (kort en dik). De buigspier trekt aan het spaakbeen. Hierdoor buigt de arm.
• Om je arm te strekken, gebruik je de armstrekspier (triceps). Als deze spier aanspant, trekt hij aan de ellepijp. Daardoor wordt de arm gestrekt. 
Om een bot te bewegen heb je altijd twee spieren nodig: een buigspier en een strekspier.



armbuigspier
(biceps)
armstrekspier
(triceps)
Je ziet de spieren die je onderarm bewegen
Antagonisten

Slide 5 - Slide

Pezen
Om elke spierbundel zit een vlies.
Vliezen van alle bundels in een spier zijn aan het uiteinde samengegroeid tot één of meer pezen.
Spieren zitten met pezen vast aan de botten.
Dit zijn de witte delen aan het einde van de spier. 
Pezen zijn taaie, stevig en niet elastisch en kunnen zich niet samentrekken. 


Slide 6 - Slide

Antagonisten 
Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontspannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 7 - Slide

Spieren in je organen
Je hebt ook spieren in je organen. Bijvoorbeeld in de wand van je maag en je darmen. Deze spieren zorgen ervoor dat het voedsel wordt gekneed en vervoerd. Zelfs in je huid zitten spieren. Aan elk haartje zit een klein spiertje vast. Als je kippenvel krijgt, trekken die spiertjes samen. Ook je hart is een spier. De hartspier pompt het bloed door je lichaam.
Spiertje

Slide 8 - Slide


In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierpijn

Slide 9 - Slide

Wat is de antagonist
van je biceps?

Slide 10 - Open question

Aan het werk
KGT: 10.3 opdracht 1 t/m 13 (opdracht 10 overslaan)
H/V: 10.3 opdracht 1 t/m 5; 10 t/m 18 (opdracht 12 B overslaan)

Klaar?                 Samenvatting 10.1 en 10.3 maken
Ook klaar?        10.5 lezen

Laatste 5 minuten gaan we antwoorden 10.3 nakijken

Slide 11 - Slide